Categorieën
Recente reacties
- Omnicol op De zin en onzin van voorstrijken
- Michel Berendsen op De zin en onzin van voorstrijken
- Omnicol op De zin en onzin van voorstrijken
- WYTSKE MAGRE op De zin en onzin van voorstrijken
- Omnicol op Tegellijm en tijd!
In de bouw staan we voor een enorme uitdaging, dit kun je breed in de pers lezen. Iedereen heeft zijn mond vol over 100 duizenden woningen die allemaal op heel korte termijn gerealiseerd dienen te worden. Maar naast nieuwbouw is er ook een enorme behoefte aan opfrissing en modernisering van de bestaande woningen. Met de huidige energiesituatie en ambities is het niet alleen op het gebied van installatietechniek alle hens aan dek maar ook het woongenot kan naar een hoger plan getild worden. De bestaande woonvoorraad kan enige modernisering gebruiken. Al enkele jaren zien we dat renovatie breed wordt ingezet, ook daar waar het badkamers en keukens betreft. Je mag gerust stellen dat renovatie even belangrijk is als nieuwbouw!
Cijfertjes
Onderzoek heeft uitgewezen dat alleen al in Nederland er jaarlijks zo’n 400.000 badkamers worden aangepakt waarvan er zo’n 83% afkomstig is uit de renovatiemarkt (koop en huur). En dan komen keukens en toilet daar vaak meteen bij. In 81% van de gevallen wordt het tegelwerk helemaal of gedeeltelijk aangepakt waarbij er steeds vaker wordt gekozen voor volledige badkamerrenovatie.
Beschikbare opties
Laten we eens kijken wat voor opties er zijn als we het tegelwerk in badkamer, keuken of toilet willen vernieuwen. We willen jullie meenemen in 4 verschillende benaderingen, te weten;
Traditioneel tegelwerk
Hieronder verstaan wij het afbreken van wat er is en binnen een bestaande woning nieuw opbouwen vanaf nul zeg maar. Daarbij zijn er keuzes te maken qua ondergrond en afwerking. Op zich kun je dan met een schone lei beginnen en als je weet dat het een ‘natte ruimte’ gaat worden de materiaalkeuze daar vroegtijdig op afstemmen. Kies dan inderdaad vanaf de ondergrond materialen die het beste geschikt zijn als ondergrond voor tegelwerk. Waterdichting en voorkomen van vochtinfiltratie of doorsijpeling is belangrijk. Gips mag dan makkelijk verwerkbaar zijn en favoriet onder de stukadoors; wij komen die liever niet tegen in badkamers. Beter is het om producten op cementbasis te gebruiken en die zijn de laatste jaren qua verwerking alleen maar veel beter geworden. Pastalijmen zijn uitermate geschikt om snel en schoon te werken voor wandtegels. Hoe waterdichting in te bouwen is bij tegelwerk werd in een eerdere blog uitvoerig beschreven.
Bestaand tegelwerk
Ideaal bij een renovatie en ook duurzaam in de zin van beperken van afval is het plaatsen van nieuwe tegels direct over het oude tegelwerk heen. Als dit past met de bestaande aansluitingen scheelt dit het nodige hak- en breekwerk en dus ook afval. Dat geeft tijdswinst en is met de huidige materialen perfect uit te voeren. Beschadigingen of grote oneffenheden kunnen eerst gerepareerd worden maar daarna kan men snel starten met het verlijmen van tegels op de oude ondergrond. Punt van aandacht is het voorbereiden van deze ondergronden. Door het jarenlange gebruik dient een grondige reiniging en ontvetting te gebeuren zodat de lijmlaag goed gaat hechten. Het kan zelfs soms handig zijn om de glazuurlaag van de oude tegels bijvoorbeeld op te schuren of in te krassen. Dit komt de sterkte van het nieuwe tegelwerk alleen maar ten goede. Bij het aanbrengen van de voorstrijklaag krijgt men al een eerste indicatie of de ondergrond goed ‘schoon’ is. Als deze moeilijk gelijkmatig is aan te brengen zal men een nieuwe schoonmaakronde moeten inlassen.
Polystyreen bouwplaten
Er zijn diverse aanbieders van (vaak polystyreen) bouwplaten die speciaal ontwikkeld zijn als ondergrond voor tegelwerk. In veel gevallen zijn deze voorzien van een enigszins zuigende geweven toplaag of zelfs een cementering. Het verlijmen van tegels lukt vrij makkelijk op deze ondergronden die natuurlijk prachtig vlak zijn. Het is juist de bevestiging van dit soort platen dat nu extra aandacht vraagt. De dikte van de plaat vraagt een volvlaks- of deelcontact met de ondergrond en de montage kan ofwel schroeven of lijmen zijn. Of als alternatief kunnen ze op regelwerk aangebracht worden. Dit kan voor specifiek renovatie een uitkomst zijn die bijvoorbeeld het inslijpen van opliggende leidingen kan besparen. Let op het gewicht van de aan te brengen afwerklaag (het gewicht van de tegel PLUS lijmlaag en voegmortel) om te kijken welke montagewijze in jouw geval het beste is. Wij staan klaar om je vooraf duidelijke verwerkings-instructies te geven, en wij hebben ervaring met alle op de markt beschikbare tegelplaten. De juiste afstemming maakt dat het werk snel vlot en belangrijker: dat het een duurzaam resultaat oplevert.
Panelen verlijmen – de bouw gaat voor prefab…
Een nieuwere ontwikkeling, waarbij er volledige platen worden geïnstalleerd die al vooraf voorzien zijn van hun tegelafwerking. Dit heeft natuurlijk voordelen, maar ook enkele beperkingen. Het grote voordeel is tijdswinst en een kwalitatieve sprong voorwaarts. De productie is tenslotte gedaan in een gecontroleerde omgeving waarbij alle materialen goed op elkaar zijn afgestemd en onder ideale condities zijn verwerkt. Beperkingen zijn de vrijheid om verschillende patronen toe te passen en dat een mogelijke aansluiting tussen de panelen toch zichtbaar blijft.
Bij prefab oplossingen denkt men vaak dat sneller ook goedkoper is. Dat is deels waar. Maar de winst zit ‘m voornamelijk in tijd en daarmee is het gewoon lastig rekenen. Maar als woningcoöperatie zou dit een oplossing kunnen zijn waarmee je de overlast voor jouw huurders kunt beperken. Het is een relatief nieuwe oplossing die, de komende tijd, zeker nog verder geoptimaliseerd zal worden.
Het gaat wat ver om in een enkel blog-artikel alle mogelijkheden helemaal voluit en tot in detail te beschrijven. Wat we willen aangeven dat we als lijmproducent en projectpartner alle genoemde disciplines beheersen en dus ook daarvoor de oplossingen in huis hebben. Dan gaat het bij ‘traditioneel’ over veelal bestaande producten die juist toegepast moeten worden en bij ‘prefab’ over een geheel nieuwe (product- en applicatie) ontwikkeling.
De bouw staat niet stil en met zijn allen innoveren we dagelijks. In ons DNA zit de drang om daar mede in voorop te lopen dus kaatsen we graag de bal terug: daag ons uit en samen lossen we het op!
© OMNICOL
Geplaatst in Overig, Tegeltechniek
“Echt niet”, zal je hierop antwoorden als vakman. Zonder te generaliseren zijn er toch nog veel vakmensen (zij die het ‘echte’ werk verzetten op de bouw) die geen goede verstandhouding hebben met computers. En dat is geen schande, maar het gebruik van de mobiele telefoon kennen we allemaal en de functionaliteiten daarvan groeien als nooit tevoren. Dus vroeg of laat wordt het gesneden koek voor iedereen.
Big data is ook een veel gebezigde term. De grote uitdaging (denken wij) ligt op 2 vlakken. Leuk dat al die data wordt verzameld maar 1) wat gaat wie er uiteindelijk mee doen en 2) hoe krijgen we het uniform zodat we appels met appels kunnen vergelijken. Om aan dat laatste punt tegemoet te komen is er op Europees vlak een ETIM-convenant opgesteld.
Leuk zo’n convenant, zal je denken, wat heb ik daaraan? Dat is een terechte vraag en benadering. Zoals vele nieuwe initiatieven moet het zich nog gaan bewijzen, maar tenminste is er een 1ste stap gezet in de goede richting. Niet landen afzonderlijk, maar breed gedragen, 1 Europees aanvaarde oplossing om digitale productgegevens ALLEMAAL op een ZELFDE manier te gaan vormgeven en gebruiken. Zoals soort, samenstelling, kleur, afmeting en nog veel meer eigenschappen. Dat maakt vergelijken en selecteren beter mogelijk. Bovendien zijn al deze gegevens ook nog eens digitaal in te lezen in allerlei bestaande softwareprogramma’s waarmee je wellicht zelf al werkt.
Een goed digitaal bouwdossier aanleggen van je werk is een stuk makkelijker als de leveranciers hun productgegevens ter beschikking stellen. Met ETIM willen we dat op een gestandaardiseerde en digitale manier doen.
Dit moet leiden tot nieuwe inzichten in product-eigenschappen zodat er ook op gebied van kwaliteit en het vergroten van duurzaamheid stappen kunnen worden gemaakt. Wij hebben het ETIM-convenant ondertekend. ETIM is een afkorting die staat voor het Europees Technisch Informatie Model en is niet te verwarren met bijvoorbeeld BIM.
In theorie wil dit zeggen dat digitale productdata via branchestandaarden van Ketenstandaard Bouw en Techniek wordt gedeeld. Deze gegevens zijn belangrijk en interessant voor de gehele bouwkolom. Daarmee is het dus beschikbaar voor iedereen, van producent via handelaar naar verwerker en ook naar de ‘borger’. (Wet Kwaliteitsborging in Nederland) en de maatstaf Milieu Prestatie Gebouwen (MPG). Het fijne aan dit nieuwe ETIM-systeem is dat wijzigingen vanuit de bron (fabrikant) zoals bijvoorbeeld wijzigingen in bestaande producten of toevoeging van nieuwe producten – vanzelf in je systemen worden bijgewerkt. Zo zorgt het ervoor dat je altijd de meest actuele gegevens bij de hand hebt.
Als vakman kun je de standaarden op verschillende manier nodig hebben. Dankzij de Fabrikant gebonden Product Specificaties (FPS) heb je actuele productspecificaties direct beschikbaar voor praktische uitwerking. Alle data is ook geschikt om toe te passen in BIM, maar dat zal vaak op een ander niveau plaats vinden. Wel gebruiken we allemaal de juiste versie van de juiste informatie en specificaties. Op eenzelfde wijze toegang tot CAD-bestanden, KOMO- en andere certificaten, garantieverklaringen, DoP’s, verwerkingsvoorschriften of instructiefilms.
Als bouwbedrijf is het van groot belang dat data geclassificeerd volgens ETIM beschikbaar wordt aangeleverd, ook de juiste informatie voor de gehele levenscyclus van de producten is beschikbaar en het bestelproces wordt vergemakkelijkt. Met de DICO Standaard (DICO staat voor DIgitale COmmunicatie) wissel je, software onafhankelijk, automatisch en foutloos elektronische informatie uit (denk hierbij aan orders) met fabrikanten, groothandels, bouw-, onderhouds- en installatiebedrijven en woningcorporaties.
We moeten het zien als een stap in de goede richting. Standaardisering in de bouw is het laatste wat we willen, maar als we ons allemaal baseren op dezelfde informatie over de producten die we gebruiken dan hebben we daar tenminste geen misverstand meer over. Groen is groen en niet geel. En qua regelgeving en constant veranderende wet- en regelgeving komt er genoeg op ons af. Als we dan met z’n allen dezelfde taal spreken geeft dit duidelijkheid. De standaard kan omhoog, fouten worden vermeden en de kwaliteit van het werk kan zo beter worden.
Wij willen er juist voor waken dat de ‘borger’ straks als een politieagent over de bouw loopt om jullie werk te be- of veroordelen. Kennis bij de vakman (daar waar het hoort) zodat het vastleggen van de kwaliteit een vanzelfsprekende handeling wordt. En met dit initiatief moet het alleen maar eenvoudiger worden. Een win-win situatie, of niet?
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Wellicht een beetje opportuun om dit zo hard van de daken te roepen met de huidige prijzen van huizen. Maar goed, het feit dat er nog altijd veel huizen van eigenaar veranderen betekent dat er toch lustig verkocht, gekocht, verhuisd en gerenoveerd wordt. Want al was de aanschafprijs van die mooie jaren 30 woning wel heel fors, toch willen we het wel een beetje moderniseren van binnen, of niet? Want het plekje is fijn en we willen er jaren van gaan genieten.
Vloer
Wat we bij vooral de oudere woningen vaak tegenkomen zijn de traditionele houten vloeren op een balklaag met een beperkte kruipruimte. De tand des tijds heeft zijn uitwerking gehad en soms is de vloer scheef, kraakt ze overvloedig of zitten er slechte plekken en houtrot in. Vocht in de kruipruimte en verminderde beluchting of ventilatie kunnen hiervan de oorzaak zijn. In de jaren 70 was het gebruikelijk een ‘tapijtje’ er over te leggen en vandaag de dag zie je eigenlijk 2 hoofdstromen:
Bij de eerste optie zal de ondervloer na reparatie de sporen daarvan blootgeven en zal er een nieuw parket over geplaatst worden. De goede vakman kan dit perfect herstellen. Een groot nadeel is dat het isoleren van de vloer over het hoofd wordt gezien en het huis er energetisch niet echt op vooruit gaat.
Bij optie 2 is er wel een (kwaliteits-) sprong te maken. Door voor een volledig nieuwe vloeropbouw te kiezen kan een moderne isolatie wijze wel meegenomen worden in het ontwerp. Hout eruit, isolatie erin, beton er overheen (ventilatie maken indien nodig) en dan… Ja dan nemen we ook maar meteen de vloerverwarming in de afwerkvloer mee.
De eindafwerking kan op heel diverse manieren. Die mag wat kosten want het is de esthetische afwerking die we gaan zien. Parket is populair, mooi en duurzaam maar heeft ook een nadeel; massief parket (en in mindere mate ook samengesteld parket) geleiden de warmte van de vloerverwarming matig tot slecht, zodat het rendement minimaal is. Keramisch (parket)tegels en natuursteen kennen nog steeds een groeiende populariteit. Dit zijn juist ideale warmtegeleiders. Daarnaast ook makkelijk in onderhoud en de meest gezonde vloerbekleding. En pvc hout-imitatie stroken zijn ook van een hoge kwaliteit dat ze nauwelijks nog van echt te onderscheiden zijn.
Wat hebben al deze afwerkingen gemeen? De ondervloer moet zo vlak mogelijk zijn! En de cementdekvloer die er ligt ziet er optisch misschien wel vlak uit, maar voor een perfecte afwerking en hechting van de volgende laag is het vooraf egaliseren echt wel aan te raden. Dit is perfect mogelijk en waar we vroeger met een mengertje en zakjes moesten sjouwen kan dit tegenwoordig op meer ergonomische manieren die het mogelijk maken een constante grotere hoeveelheid verpompt aan te brengen.
Restvocht is een issue bij parket en men is hier (terecht) heel streng in. De vloer moet voldoende droog zijn om het hout probleemloos te kunnen aanbrengen.
Bij verlijming van ‘hardere’ vloerafwerkingen zoals keramiek of natuursteen is dit minder kritisch en kan dus vaak tijd worden bespaard. Waarop gelet moet worden bij het verlijmen van tegels of natuursteen op vloerverwarming schreven we al eerder een blog.
Is de vloer die we aantreffen niet van hout maar al een betonvloer met afwerkvloer? Ook dan kan er perfect een vloerverwarming in worden voorzien. In de bestaande vloer worden dan de sleuven ingefreesd waar de buizen van de warmwater vloerverwarming in worden geplaatst. Naast warm water zijn er ook elektrische vloerverwarmingssystemen die een zeer geringe dikte kennen. Vroeger waren dit groot-stroomverbuikers maar ook die systemen evolueren met de tijd mee. Stem je keuzes vooraf goed af met de vakman die je goed kan adviseren over de mogelijkheden en de daarmee samenhangende voor- en nadelen.
‘Hergebruik’ van de bestaande vloer zou zomaar voordeliger en handiger kunnen zijn dan eerst de hele vloer eruit breken. Wij zijn van het principe: wat goed is kan behouden blijven.
Het voordeel om dan met een vloeibare gietmortel de vloer af te werken is dat dit materiaal zelf verdichtend is en daardoor behalen ze een hogere druksterkte. De compacte samenstelling zorgt ervoor dat er vrijwel geen “luchtkamers” in zitten en dus de warmte optimaal afdragen kan worden aan de omgeving. Een vloeibare variant heeft dus technisch gezien altijd de voorkeur, is in het gebruik energiezuiniger en geeft een hogere comfort beleving.
Wand
Hier zijn ook weer diverse opties in de renovatie te bedenken. Het oudere tegelwerk kan nog ouderwets zetwerk zijn; dit is vaak moeilijk te verwijderen. Dit zou een perfecte ondergrond kunnen zijn voor tegel-over-tegel verlijming ofwel ‘gewoon’ de nieuwe tegels over de oude heen lijmen.
Het kan ook zo zijn dat dit door de vorige bewoner(s) al eens is gedaan en dat er al een flink dik pak van meerdere tegellagen aanwezig is. Als dat zo is kan je beter het oude tegelwerk verwijderen. Nadeel is dat het een hoop puin geeft, veel en tijdrovend werk is (die oude lagen zitten soms verdomd goed vast) en dat de wand voordat er nieuw tegelwerk geplaatst kan worden ook weer eerst geëgaliseerd moet worden. Daar zijn fantastische producten voor die niet allen fijn verwerkbaar zijn, maar ook nog eens snel drogen om een stukje van de verloren tijd goed te maken.
Keuzes-keuzes-keuzes… maar zoals we al eerder aanhaalden; je wilt graag jarenlang van je nieuwe stek gaan genieten. Met de juiste voorbereiding en informatie kun je het in 1 keer goed doen en door slim te renoveren is er flinke winst te boeken in het energieverbruik, zelfs bij vloeren en wanden!
En je weet het hé, onze adviseurs helpen je maar wat graag bij het maken van de juiste keuze!
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Grote kans dat je voor een puddingbroodje of koffiekoek tussen de middag of aan het eind van de dag de winkel van de lokale ambachtelijke of artisanale bakker binnenstapt. Groot gelijk, want na een dag dunmetselen, tegelzetten of stuken (al dan niet in opleiding…) ben je wel aan iets lekkers toe. En daar wordt met liefde voor het vak en specialistische kennis een topproduct geleverd. Nog een voorbeeld waarvan het water je in de mond loopt? Denk maar eens aan ambachtelijke frieten. Dan heb je toch meteen het beeld van grove stukken, met de handgesneden premiumaardappel, goudbruin gebakken met lekkere ambachtelijke Belgische mayonaise?
Kortom, ambachtelijk is een keurmerk dat trots en kwaliteit uitdraagt. Dat heeft niet zozeer te maken met het voedsel of materialen zelf, maar vooral met de zorg die aan het werk wordt besteed. Zoals jij met je metsel-, tegel- of tegelwerk ook een eigen, unieke handtekening hebt. Bij de exclusieve projecten, maar ook bij de seriematige klussen. Steeds opnieuw laat jij zien wat de meerwaarde van een professional is. Daarom: wie een ambacht beheerst, heeft altijd werk. Goed werk. Kijk maar om je heen. Met al die algemene schoolopleidingen kom je veel minder snel aan de bak dan met een gedegen vakopleiding die een mooie jobzekerheid biedt. Of het nu om de zorg, de techniek of de bouw gaat: je bent hard nodig omdat je letterlijk iets kostbaars in je mars hebt.
Maar stop: niemand zegt dat het makkelijk is. Integendeel. Een echte professional vraagt om doorzettingsvermogen. Een bekende uitspraak luidt dat je jezelf pas na 10.000 uur in een vak een specialist mag noemen. Maar dan bén je ook iets. Want goede vaklui, die mogen ook wel wat vragen – zeker nu de markt staat te springen om tegelzetters, metselaars en stukadoors. En goede vaklui, die hebben het voorrecht om met de beste producten te werken – weet je trouwens dat wij speciaal voor opleidingen demovarianten van onze premiumproducten hebben? En goede vaklui, die krijgen de naam en titel die ze verdienen. Vroeger was dat binnen een gilde ‘Gildemeester’. Tegenwoordig heet je bijvoorbeeld in het Duits ‘Fliesen Meister’ (tegelmeester). Er zijn zelfs al plannen om afgestudeerde tegelzetters en stukadoors de titels Skilled, Craftsman en Expert te geven!
Sterker nog, op steeds meer middelbare scholen in Nederland (havo) en in het secundair onderwijs in Vlaanderen (ASO/BSO/TSO) is er naast de theoretische vakken aandacht voor praktijkvakken. Want er zijn heel veel jongeren die graag met én hun hoofd én hun handen werken. Dat dat een topcombinatie is, hadden wij ze natuurlijk allang kunnen vertellen! Evenals dat de bouw ontzettend veel denk- en doe-uitdaging biedt. En je komt letterlijk overal: in allerlei bedrijven en bij mensen thuis. In musea en moskeeën. In nieuwbouwprojecten en renovatieopdrachten. In je eigen land én in het buitenland. Weet je trouwens dat er zelfs metselaars, stukadoors en tegelzetters zijn die net als de beste DJ’s ter wereld allerlei internationale projecten mogen doen? Stel je even voor: aan de slag voor een privézwembad in Moskou of een villa op Ibiza! Echt, het gebeurt!
Als je op dit moment nog niet zo’n ervaren pro bent, maar nog aan het begin van je carrière staat, dan wil je natuurlijk weten hoe je zo snel mogelijk aan de top komt. Het begint met het kiezen van een van de gespecialiseerde opleiders. Het fijne van deze opleidingen is dat je al direct de praktijk ingaat. Logisch, want tegelzetten en stuken is een vaardigheid die je letterlijk in de vinger moet krijgen. Natuurlijk niet meteen die volle 10.000 uur, maar je begint zo snel mogelijk letterlijk meters te maken. Veel scholen en opleidingen organiseren bovendien vakwedstrijden voor talentvolle studenten. Zo word je misschien wel opgemerkt door je toekomstige werkgever. En dat je als vakman goed wordt betaald, geeft je wellicht een extra boost.
Jezelf ontwikkelen tot een echte ambachtelijke metselaar, ambachtelijke tegelzetter of ambachtelijke stukadoor? Het begint met de ambitie om een kei te zijn in je vak. Kijk bijvoorbeeld eens op de website van de Week van de Loopbaan die in Nederland wordt georganiseerd. In België is een opleiding als vakman in de bouw een knelpuntberoep waardoor je makkelijk en met hulp van de overheid je opleiding kan starten. Op vdab.be vind je hierover alle informatie. En voordat je het weet rijd je als leerling, professional in loondienst of als zelfstandig ondernemer rond in een busje met de tekst: ‘De ambachtelijke vakman’. Wedden dat je dan vast een keertje bij het stoplicht naast het busje van de ambachtelijke bakker staat? 😉
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Bij zowel het lijmen van tegels als bij het stucen van wanden of plafonds is het vaak aan te raden om de ondergrond eerst van een goede voorbehandeling te voorzien. U kunt zich inbeelden dat de lijm of stucmortel moet hechten aan de ondergrond. Om er zeker van te zijn dat deze hechting optimaal kan zijn wordt er aangeraden om eerst een voorstrijkmiddel of primer aan te brengen. En de toegekende meerwaarde van het voorbehandelen met deze producten is geen loze belofte.
Leuk is het om te zien dan in de stucwereld het woord ‘primer’ is ingeburgerd en dat tegelzetters dan weer praten over ‘voorstrijken’. Bijkomend verschil dat wij vaak in de praktijk zien is dat het bij stucadoors een vanzelfsprekendheid is en dat de tegelzetter het niet standaard meeneemt in zijn werkwijze.
Wel of niet doen?
Zogenaamde ‘verse’ ondergronden lijken vaak prima de volgende bewerking te kunnen ondergaan zonder een voorstrijklaag. Voorstrijken lijkt een extra stap die meer tijd kost, maar levert zeker winst op bij het aanbrengen, afwerken en de levensduur van de eindafwerking. In nieuwbouw situaties wil er vaak bouwstof aanwezig zijn en in dat geval kan een primer weer een goede oplossing zijn. Schat de situatie dus vooraf goed in en doe eventueel een test op de te behandelen ondergrond.
De belangrijkste kenmerken van primers zijn:
Al deze eigenschappen zijn zelden in 1 product terug te vinden. Het is een breed spectrum van eigenschappen waarvoor er dus diverse soorten primers bestaan. Helaas kunnen we niet volstaan met een universeel product. Iedere bewerking heeft een eigen specifieke soort van voorstrijkmiddel nodig en dat maakt het kiezen van het juiste product er vaak niet makkelijker op.
Bouwstof
Een veel voorkomende situatie is de aanwezigheid van stof. Hoe goed je ook stofzuigt, je krijgt nooit alle stof weg. Hierdoor heb je een mindere hechting en loop je het risico van onthechting. Een goed voorstrijkmiddel zet het resterende stof ‘vast’. Natuurlijk dient het stof vooraf wel zoveel mogelijk weggenomen te worden. Op de vloer is dat makkelijk, maar bij wanden en plafonds is dat een ander verhaal. En als we iets willen vermijden is het wel (te) veel stof in de bouw. Juist dan is een primer een goede in te bouwen zekerheid!
Wacht niet te lang met de volgende bewerking nadat de voorstrijk is aangebracht! Aanwezig stof zal zich vastzetten op de geprimerde muren/vloeren waardoor de gewenste hechtingsverbetering wordt verminderd. Mocht de zuiging uit de ondergrond zeer sterk zijn dan kan het nodig zijn een tweede laag aan te brengen.
Zowel bij het verlijmen van tegels als bij stucwerk wordt door het gebruik van primers de hechting aanzienlijk beter, maar ook de droging is veel regelmatiger. Het aftekenen van voegen/naden/blokken door een stuclaag kan zo bijvoorbeeld voorkomen worden.
Als we moeten werken op een gladde betonnen ondergrond (of oud tegelwerk) dan kun je niet spreken van ‘zuigende’ ondergronden. Voor die situaties zijn er specifieke primers ontwikkeld die juist deze ondergronden “ruwer” maken, deze zorgt bovendien voor een oppervlaktevergroting, waardoor de aanhechting van stuclaag of lijmmortel sterk toeneemt.
Tip
Het afplakken of beschermen van niet te behandelen bouwdelen of omgeving is een must als je de primer aan gaat brengen met spuit-apparatuur. Voorstrijken hechten hardnekkig en zijn in uitgeharde toestand moeilijk te verwijderen. Maar ook bij het gebruik van een roller kunnen er spatten of druppels primer landen op plekken waar je dit niet wil hebben. Wees alert hierop!
Dus samenvattend; JA een primer of voorstrijk draagt meer dan eens bij aan de eindkwaliteit van je werk. En ondanks dat het -eronder- zit is het uiteindelijk toch zichtbaar in het betere resultaat dat wordt bereikt. Vooraf even testen of het nodig is, en dan gewoon de tijd inbouwen om deze handeling uit te voeren. Vooraf getackeld is achteraf uitgespaard. U als verwerker slaapt gerust en uw klant / opdrachtgever is verzekerd van een stukje vakwerk!
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Mensen brengen ongeveer 90 procent van hun leven door in gesloten ruimtes, vooral in hun eigen woning. Wie een gezond binnenklimaat wil houden moet regelmatig ventileren. Ook het gebruik van emissiearme bouwmaterialen draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Een product met een EMICODE®-label bewijst dat het zeer emissiearm is en vrij van oplosmiddelen. In dit blog leggen we uit waar dat voor staat en voor dient.
Hoe bouwproducten worden geproduceerd en in welke samenstelling, speelt steeds vaker een rol in de bouw en renovatie. Ecologische verbeteringen zijn niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij. Ecologisch wil echter niet altijd zeggen dat ze optimaal bijdragen aan een gezond milieu. Producten op waterbasis zijn niet automatisch veilig voor de gezondheid. En een laag oplosmiddelgehalte betekent niet altijd dat ze vrij zijn van schadelijke stoffen. Lijmen kunnen bijvoorbeeld ook na gebruik nog verschillende vluchtige organische stoffen bevatten die niet goed zijn voor de binnenlucht en de gezondheid van de bewoners.
EMICODE keurmerk
Kies je voor een product met een EMICODE dan kies je voor een gezond binnenklimaat. Het keurmerk stelt wereldwijd strenge eisen aan bouwproducten op het gebied van gezondheid en milieu. Met dit label bewijst een product dat het zeer emissiearm is en vrij van oplosmiddelen. Een product met dit certificaat draagt dus bij aan een gezonde leefomgeving.
De internationale EMICODE certificering deelt producten in naar hun uitstoot van schadelijke stoffen. Het test producten in onafhankelijke laboratoria en controleert ze tijdens steekproeven. De internationaal erkende GEV levert de certificaten: de Gemeinschaft Emissionskontrollierte Verlegewerkstoffe.
Met de EMICODE heb je het bewijs dat producten zeer emissiearm zijn, dat ze voldoen aan de strengste grenswaarden en dat ze permanent en onafhankelijke worden gecontroleerd.
Producten worden op basis van hun emissie in drie categorieën ingedeeld: EC 1 PLUS, EC 1 en EC 2. Het certificaat wordt onder andere toegekend aan vloerproducten om oppervlakken te egaliseren, verbindingen, primers, tegellijmen, voegvullers en siliconen met de minst schadelijke uitstoot.
Emissiearme tegelvloer
Een tegelvloer heeft vaak de voorkeur vanwege comfort, duurzaamheid, onderhoudsgemak en hygiëne, in woningen, kantoren en in andere gebouwen. Als je de keuze voor tegels hebt gemaakt dan zijn lijmen en andere EMICODE gecertificeerde producten de beste keuze met het oog op kwaliteit én een gezond binnenklimaat. Als consument of eindgebruiker heb je de verzekering dat alle vloerlagen emissiearm zijn. De afwerkingsproducten voor vloeren spelen daar een sleutelrol in, maar ook de vloerlijmen, vulmiddelen voor het egaliseren van vloeren en primers voor de voorbereiding van de ondervloer.
Ontwikkeling emissiearme producten
Je hebt zelf oog voor kwaliteit. Van producenten en van je leverancier mag je ook een hoge kwaliteitsnorm verwachten. Veel toonaangevende producenten ontwikkelen al geruime tijd emissiearme producten met EMICODE-label Ook Omnicol hoort bij die groep bedrijven, duurzaamheid is één van onze pijlers. Wij zetten ons in om producten en processen te ontwikkelen die de kwaliteit van bodem, water en lucht waarborgen en het gebruik van eindige bronnen beperken. De ontwikkeling van onze emissiearme producten sluit er naadloos op aan. Download hier de lijst met Omnicol-producten die het EMICODE -label voeren.
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Je (her)kent ze vast wel, die witte blokken waarmee heel makkelijk en snel binnenwanden worden opgetrokken. En die gewoon met een aangepaste zaag op maat te maken zijn. Juist, dit lichtgewicht materiaal is bekend onder de naam ‘cellenbeton’. Vroeger heette het nog gasbeton, maar die naam kom je nauwelijks nog tegen.
Technisch: wat is het?
Het is een betonsoort die gekenmerkt wordt door zijn lage dichtheid en sterk isolerend vermogen. Door het toevoegen van een gasvormende toeslag ontstaat een poreus en isolerend materiaal. De gevormde luchtbellen staan niet met elkaar in verbinding. De overige materialen die nodig zijn om cellenbeton te maken zijn, net als in gewoon beton, cement, kalk, kwartszand en water. Door een chemische reactie van bijvoorbeeld het aluminium met het calciumhydroxide wordt waterstofgas gevormd dat in het verhardende materiaal gasbellen vormt. Het ultralichte waterstofgas ontsnapt naar de atmosfeer en de bellen worden met zwaardere lucht gevuld.
Nadat de massa uit de vorm is genomen, wordt ze in het gewenste producttype gesneden: blokken, lateien, gewapende platen. Vervolgens wordt het product bij een hoge temperatuur en onder stoomdruk in een autoclaaf versteend. Na deze behandeling krijgt het materiaal zijn definitieve eigenschappen.
De voornaamste voordelen van cellenbeton zijn, naast het lichte gewicht, de goede thermische en geluidsisolerende eigenschappen, de brandwerendheid, het warmte-accumulerende vermogen en de vorstbestendigheid.
De toepassing
Vanuit de tegelzetter gezien kom je het materiaal vaak tegen bij een bad-ombouw en bij douchewanden (ook wel schaamwandjes genoemd). Maar in blokvorm is het een ideaal bouwmateriaal voor niet-dragende binnenwanden. Er zijn ook dikkere elementen die wel als dragende wanden kunnen worden ingezet. Soms kom je ze tegen als er verhoogde eisen worden gesteld aan de brandwerendheid.
Als voordelen wordt genoemd: het is licht en handzaam, eenvoudig te bewerken, ongevoelig voor vocht en vorst, thermisch isolerend en sterk geluidsisolerend.
Oké, dat is allemaal mooi. Maar we zijn hier geen promotie-blog aan het schrijven voor cellenbeton.
Verwerken
Qua verwerking worden deze producten verlijmd met een speciale cellenbetonlijm. Leuke anekdote in deze is dat we een deel van ons bestaan danken aan dit product. In 1960, vier jaar na de oprichting, waren we namelijk één van de allereersten die een lijm hadden ontwikkeld voor dit materiaal en dat was in die tijd een revolutie. Dit is als directe link terug te vinden in de naamgeving van het product: GK60.
Waar lijmen nu de normaalste zaak van de wereld is, was het toen een ware noviteit. GK60 omnifix is nog altijd een veel verwerkte lijm uit het Omnicol-aanbod van constructieve lijmen. Er is een variant voor panelen en ook wordt er een onderscheid gemaakt tussen zomer- en winterlijm. Dit garandeert een constante verwerking onder alle omstandigheden. Natuurlijk is de lijm voorzien van alle certificaten en een KOMO-attest. Qua verwerking is er rekening gehouden met het feit dat de lijm zich makkelijk laat verwerken met lijmbak en-schep. Door deze hulpmiddelen in te zetten, werk je netter en sneller en wordt de lijm overal in de juiste laagdikte aangebracht. Het zogenaamde vol-en-zat aanbrengen is van belang voor de geluiddichtheid, brandwerendheid en vermindert de kans op scheurvorming achteraf. Let op dat je altijd start vanaf een goed waterpas gestelde laag, hiervoor is NIVO omnifix als kimmortel beschikbaar. De witte kleur maakt dat de lijmlaag minimaal opvalt, iets wat een afwerking met een dunne laag stucmortel ten goede komt. Cellenbeton is een product dat binnen en buiten kan worden toegepast.
Én afwerken
Naast lijmen van deze handzame blokken of elementen, is het ook een uitermate geschikte ondergrond om te betegelen. En door zijn vochtongevoeligheid ideaal om in de ‘natte cellen’ toe te passen. Dan zijn we weer terug bij de eerder aangehaalde bad-ombouw en douchewandjes. Door het lichte gewicht en de makkelijke verwerking wordt cellenbeton veel toegepast in zowel nieuwbouw als renovatie. En de vlakheid zorgt ervoor dat met een dunne lijmlaag het mooiste betegelde resultaat kan worden behaald. Door de zuiging van het materiaal moet wel altijd goed worden voorgestreken voordat je gaat lijmen.
Kies je voor gebruik van cellenbeton, dan helpt de Omnicol-adviseur je graag verder met zowel advies over de verlijming als voor de afwerking.
Oplossingsgericht, samen de klus klaren. Daar maken we ons hard voor.
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Ja je leest het goed, lijmen van bakstenen. Niet metselen met mortel en troffel, maar lijmen met een geavanceerde lijmmortel en andere apparatuur. Nog vaak wordt dit als ‘nieuw’ of ‘vernieuwend’ ervaren, maar we moeten hier eigenlijk vanaf stappen, wetende dat deze techniek nu alweer zo’n 25 jaar wordt toegepast. Dus niets nieuws meer aan, inmiddels verworden tot een gevestigde waarde en veelvuldig te herkennen in het hedendaagse straatbeeld.
Welke aandachtspunten gelden er voor het verlijmen van bakstenen? In dit artikel zetten we een aantal feiten op een rij, zodat je straks goed voorbereid aan je klus kunt beginnen.
Historie
Eerst een duik in de geschiedenis. In de jaren 90 is er op initiatief van de Nederlandse baksteenindustrie onderzocht of het mogelijk was om ook metselwerk te maken met een lijmmortel. In het geval van cellenbeton, kalkzandsteen en betonsteen deed men dit al veel langer, maar het verwerken van bakstenen gebeurde nog steeds alleen maar met metsel- en voegmortel.
De baksteenindustrie zag het succes van de andere metselproducten in combinatie met lijm. Daarbij speelden niet alleen de kosten, maar zeker ook de gunstigere arbeidsomstandigheden een rol. De baksteenindustrie is zodoende met het lijmen van bakstenen op zoek gegaan naar een goedkopere en snellere wijze van verwerking. Mede door de enorme variëteit aan bakstenen was het vaak niet gemakkelijk om dat te realiseren.
De gemiddelde voegmaat van 10 mm was eigenlijk ook onlosmakelijk verbonden met baksteen. Iets dunner kon zeker wel, maar dan zat er altijd nog afgewerkt voegwerk tussen de bakstenen. In het geval van lijmen is dat niet meer het geval en blijft de lijmmortel een stuk terug in de voeg ten opzichte van de voorzijde van de bakstenen. Deze voegen worden ook niet meer afgewerkt. Er ontstaat eigenlijk meer een soort van schaduwvoeg tussen de bakstenen. Het is vooral ook deze andere esthetische uitstraling van de bakstenen gevel die door veel architecten is omarmd, want er wordt een zeer kleur-intensieve en bijna monolithische gevel gecreëerd, waarbij de traditionele voegen dus ontbreken. Ook gaat de kop-strek verhouding niet meer op als de voegen dunner worden.
Bij het toepassen van lijmmortel wordt gebruik gemaakt van een lijmpomp, lijmpistool of spuitzak. Vele methodes van aanbrengen zijn in de loop der jaren ontstaan. Met de troffel lukt het nauwelijks omdat een lijmmortel voor bakstenen niet vloeit en vrij kleverig is (men spreekt niet voor niets over lijm). Even voor alle duidelijkheid: lijmen van baksteen is niet hetzelfde als dunmetselen!
Normen
Bakstenen lijmen was (dus alweer 25 jaar geleden) een nieuwe toepassing die toen moeilijk kon worden ingepast in de bestaande normering. Dit is overigens het geval bij vele innovaties. Even kort wat meer over techniek en normen.
Er is esthetisch weinig verschil in het eindresultaat van een gelijmde bakstenen gevel of een gevel die gemaakt is met een mortel voor dunne voegen. Maar technisch zijn er wel degelijk verschillen tussen beide producten, wat ook in de normering en regelgeving als zodanig is vastgelegd. De Europese metselwerknorm NEN-EN 1996-1-1 art. 1.5.5 ‘Termen gerelateerd aan mortel’ geeft de volgende omschrijvingen:
Deze omschrijvingen geven over het algemeen in de bouwpraktijk nog geen helder beeld wat nu precies de verschillen tussen beide producten zijn
Voor het verlijmen van bakstenen in de gevel bestaat in Nederland de URL 2826-04 ‘Verlijmen van gevelstenen; Baksteen en bouwblokken en – stenen van beton’. Vergelijkbaar in België is de TVN (technische voorlichting) 271 van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB). Daarin wordt alles genoemd m.b.t. metselwerk, dus ook specifiek m.b.t. dunne voegen/lijmen/specificaties van mortel, steen, wapening, normering, etc. Zie deze pdf.
De omschrijving die in URL 2826-04 gebruikt wordt voor de lijmmortel is: “Een al dan niet verhard mengsel van fijn toeslagmateriaal, bindmiddel(len) en water, al of niet met toevoeging van hulpstof(fen)”.
Als toelichting wordt verder nog gegeven dat in het kader van deze uitvoeringsrichtlijn wordt uitgegaan van een lijmmortel die voldoet aan BRL 1905 ‘Mortels voor metselwerk’, met een korrelgrootte van het toeslagmateriaal van maximaal 2 mm, die speciaal is bedoeld voor het verlijmen van baksteen of bouwblokken en -stenen van beton, met lijmvoegen van 3 mm tot 6 mm. De kleur van de lijmmortel kan zijn aangepast aan de kleur van de te verwerken steen door toevoeging van kleurstoffen.
Lijmen kan alleen met strakke stenen
Helaas is dit vooroordeel niet juist. Alle soorten en typen baksteen kunnen worden verlijmd, echter soms zijn er extra aandachtspunten bij bepaalde typen steen. Dus alle handvorm-, vormbak- en strengpersstenen zijn geschikt. Strengpersstenen met dikteverschillen tussen de zichtzijde en de achterzijde van de steen vragen een dikkere voeg. Bakstenen met perforaties vereisen dan ook meer aandacht bij de verwerking.
Om met eenzelfde verwerkingssnelheid de grote variëteit aan stenen te kunnen verwerken bestaat de lijmmortel in drie typen. Het type is de afstemming van de lijm op de zuiging van de steen.
Spouwankers en wapening
In de URL 2826-01 wordt ook specifiek ingegaan op spouwankers. Naast de algemeen bekend zijnde eis dat spouwankers van roestvast staal (AISI 316) moeten zijn, worden hier ook een paar specifiek voor lijmwerk van belang zijnde richtlijnen gegeven. “Het in het lijmwerk op te nemen deel van het spouwanker moet plat zijn en de dikte mag ten hoogste 75% van de voegdikte bedragen.”
Deze platte(re) ankers zijn normaal verkrijgbaar en ook is er een wapening op de markt die specifiek toegepast wordt in lijmwerk. Dus ook die zaken zijn keurig afgedekt.
Lijmen is sterker!
Vooral de extra sterkte van het uiteindelijke lijmwerk is één van de voordelen van het lijmen van bakstenen in de gevel ten opzichte van traditioneel metselwerk of bij gebruik van dunmortels. Ten opzichte van traditioneel metselwerk neemt de gemiddelde sterkte van een gelijmde gevel zelfs met een factor drie toe. De hogere sterkte van de gelijmde bakstenen kun je constructief benutten in de vorm van grotere overspanningen boven openingen en slankere gevelconstructies. Het lijmen van bakstenen heeft een enorme kwaliteitssprong voor een bakstenen gevel betekend. De hogere sterkte resulteert bovendien in mogelijkheden om prefab elementen te maken. Als laatste belangrijke troef kunnen we in de opgedane ervaringen van 25 jaar stellen dat uitbloeiingen in bakstenen gevels aanzienlijk minder aanwezig zijn bij de toepassing van lijmmortel. Geen witte uitslag en een mooie kleurrijke gevel als eindproduct.
25 jaar geleden stond Omnicol als pionier aan de wieg van het verlijmen van baksteen. En we zijn er best trots op dat er heden ten dage in vrijwel iedere straat, stad of dorp in Vlaanderen referenties staan waarbij de opdrachtgever of architect het heeft aangedurfd om de gevel te verlijmen. En na het lezen van deze blog hopen wij enige vorm van twijfel weg te nemen.
We kijken uit naar de uitdagende ontwerpen die in de toekomst gerealiseerd gaan worden!
Download hier het PDF-bestand ‘TVN_271 Uitvoering van het metselwerk.pdf’
Voor vragen kun je altijd contact opnemen met onze mensen, zoals je gewend bent doen wij er alles aan om samen de klus te klaren.
Credits: MADE Center – Kenniscentrum Metselwerk / Harrie Vekemans & Steffie van Wijlick
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
De Nederlandse Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is eindelijk goedgekeurd en treedt naar verwachting stapsgewijs in werking vanaf 1 oktober 2022 (of wellicht 1 januari 2023). Deze nieuwe wet introduceert een publiek-privaat systeem waarbij private partijen in de bouw voor meer bouwkwaliteit moeten zorgen. Deze wet is best een grote verandering voor de bouwsector. Voor de grote aannemers maar zeker ook voor klusbedrijven en zzp’ers, want óók die werkzaamheden vallen binnen de wettelijke definitie van aanneming van werk.
Doel van de WKB
Het primaire doel van deze wet is: minder gebreken bij nieuwbouw en verbouw. Het kabinet wil daarom dat bouwbedrijven de kwaliteit van hun werk beter controleren. Betere controle leidt tot minder bouwfouten en gebreken, zoals bijvoorbeeld constructiefouten, brandonveilige situaties, onvoldoende isolatie of een slecht functionerende ventilatie.
Het op voorhand reduceren van bouwfouten, leidt tegelijkertijd tot lagere kosten voor bouwbedrijven. Van kosten voor het herstel van bouwfouten is dan immers niet of nauwelijks meer sprake. Tot slot wordt het werk van onafhankelijke kwaliteitscontroleurs makkelijker en sneller, omdat de bouwers zelf al veel gecontroleerd hebben. Al deze zaken komen de bouwkwaliteit van gebouwen ten goede.
Het is aan de uitvoerende partij om aan te tonen dat wat en hoe ze de kwaliteit van het werk controleren. De gemeente doet als bevoegd gezag een stapje terug, maar blijft wel verantwoordelijk voor handhaving.
Een ander aspect van de Wet Kwaliteitsborging is dat door het aanpassen van de regeling van aanneming van werk in het Burgerlijk Wetboek (BW) opdrachtgevers een sterkere positie krijgen ten opzichte van aannemers.
Al met al is het veel theorie en veel wettekst, iets wat we als vakmensen liever snel een keer doorlezen en dan naast ons neer leggen. Helaas is of kan de impact best groot zijn, dus is een goede voorbereiding op zijn plaats. We gaan niet tot in detail alles bespreken, wel willen we je (in grote lijnen) wijzen op gewijzigde verhoudingen op de bouwplaats die een gevolg zijn van deze nieuwe wetgeving.
Wat valt onder aanneming van werk?
Volgens de wet is aanneming van werk “de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer voor het tot stand brengen en opleveren van een werk van stoffelijke aard, buiten dienstbetrekking, en tegen een door de opdrachtgever te bepalen prijs in geld”.
De wet geeft geen aparte definitie van aanneming van bouwwerken. Het bouwrecht heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot een uitgebreid stelsel van algemene bouwvoorwaarden met regels voor het bouwen van bouwwerken. De wet maakt geen onderscheid tussen zzp’ers in de bouw, klusbedrijven of professionele aannemers. De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en de aangepaste regeling van aanneming van werk in het Burgerlijk Wetboek gelden daarmee ook voor die groep.
Hoe voldoe ik aan deze nieuwe wet?
Als ‘aannemer’ moet je zorgen voor meer bouwkwaliteit. Belangrijke verschillen zijn dat je eerder aansprakelijk bent voor verborgen gebreken na oplevering en voor het niet voldoen aan de wettelijke waarschuwingsplicht. Ook moeten aannemers hun opdrachtgevers beter informeren over de bouwkwaliteit die ze leveren. Als vakman dien jij aan te tonen dat wat je doet en wat je hiervoor aan materialen gebruikt voldoet aan de normen en regels. De bewijslast ligt nu bij jou en niet andersom – zoals het was. Dit gaat onherroepelijk een stukje meer administratie met zich mee brengen. Zoals de titel van dit artikel zegt: Toon aan dat je het goed doet!
Waarschuwingsplicht aannemer
De wettelijke waarschuwingsplicht in artikel 7:754 BW wordt aangescherpt. Jij bent de vakman, daar wordt vanuit gegaan. Dus moet je de klant voortaan schriftelijk, duidelijk en begrijpelijk waarschuwen en op tijd wijzen op fouten in het ontwerp, de opdracht en tekeningen. Bij consumenten is dat een dwingend recht, bij professionele opdrachtgevers niet. Dwingend betekent dat je bij particuliere opdrachtgevers niet van deze regeling mag afwijken.
Verplicht opleverdossier
Als aannemer word je verplicht om bij de oplevering aan je opdrachtgever een opleverdossier te geven dat een volledig inzicht geeft in de nakoming van de overeenkomst en de uitgevoerde werkzaamheden. Dit artikel is een regelend recht, je mag hier in overeenkomsten met klanten van afwijken. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat je geen of alleen een beperkt opleverdossier aanlevert. Dat moet je dan wel vooraf duidelijk afspreken. Als je dit vergeet te doen, dan geldt de wet en ben je verplicht om een opleverdossier aan te leveren dat voldoet aan de wettelijke vereisten.
Hoe bereid ik me het beste voor?
Vanaf de inwerkingtreding van de Wkb gelden de nieuwe regels met betrekking tot de waarschuwingsplicht en het verplichte opleverdossier; ook voor bestaande aannemingsovereenkomsten. Dat betekent dat je als aannemer vanaf dat moment verplicht bent om te voldoen aan de aangescherpte waarschuwingsplicht en om een opleverdossier aan te leveren. Bereid je dus goed voor op de gevolgen van deze nieuwe wet. Houdt er nu al rekening mee in je offertes en zorg voor een overzichtelijke projectadministratie.
Je staat er niet alleen voor!
Omnicol als leverancier helpt je hier graag bij. De projectadviezen die wij verstrekken krijgen nóg meer waarde en ook de controles in het werk die we samen afspreken sterken jou als aannemer in de bewijslast dat je het werk op een juiste manier uitvoert. Maak hier dus gebruik van, en zorg zelf voor een goede administratie per project, zodat je alle papieren rompslomp tot een minimum kan beperken.
Wil je al deze informatie gevisualiseerd zien in een duidelijk filmpje? Onderstaand filmpje staat ook op deze website. Of lees het één en ander na op: https://www.rijksoverheid.nl/wkb.
Voor vragen kun je altijd contact opnemen met onze mensen, zoals je gewend bent doen wij er alles aan om samen de klus te klaren.
© OMNICOL
Geplaatst in Overig
Heb jij ook het gevoel dat 2017 zo snel voorbijgegaan is? Wij wel! Op naar de laatste loodjes, nog even die ene klus afwerken en dan de nog niet genoten vakantiedagen opmaken.
Het gaat goed in de bouw, maar…
Was het een paar jaar geleden even stilstaan, nu is het weer volop hollen. Maar de effecten van dat ‘stilstaan’ zijn nog wel voelbaar. De bouw trekt aan, vooral door de opleving van de huizenmarkt, waardoor er weer veel vraag is naar nieuwbouwwoningen. Dat mag ook wel, de achter ons liggende jaren werd het ‘tekort’ daarvan namelijk steeds groter. Daarnaast zijn er meer opdrachten voor renovatie van woningen, kantoren en scholen. En is er meer geld voor de aanleg van wegen en andere infrastructuur. De bouw kan de hoeveelheid werk nauwelijks bijbenen. Niet alleen als het om banengroei gaat, ook qua openstaande vacatures. De groei valt extra op omdat de bouwsector de afgelopen acht jaar het meest leed onder de economische crisis. In geen bedrijfstak verdwenen zoveel banen: ruim honderdduizend van de bijna vijfhonderdduizend. En was er dan tóch werk te vergeven, dan kozen de onzekere bouwbedrijven vaak voor tijdelijk personeel of zzp’ers.
De vele ontslagen tijdens de crisis keren nu als een boemerang terug. Eén van de oorzaken van het personeelstekort is de vergrijzing. Van de werknemers in de bouw is 20 procent 55-plus. Men schat dat de bouw de komende vijf jaar vijfenvijftigduizend jongeren nodig heeft. Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, repte op de Dag van de Bouw zelfs van een ‘werkgarantie’ om jongeren ertoe te verleiden bouwvakker te worden. Het aantal jongeren dat op het mbo kiest voor een opleiding tot timmerman, metselaar, loodgieter of installatiemonteur nam tijdens de crisis sterk af. Tegelijk is ook het aantal leerwerkbanen bijna gehalveerd.
Genoeg uitdagingen dus in de bouw anno 2018. Meer werk, minder mensen en meer uitstroom dan instroom. Dat dit zijn weerslag gaat hebben in de prijzen (spel van vraag en aanbod) moge duidelijk zijn. En allen die actief zijn in de branche moeten positiviteit uitstralen die gezien wordt door de jeugd, zodat daar enthousiasme ontstaat voor het werken in de bouw. Wat is er tenslotte mooier dan met elkaar dingen realiseren waar je trots op kan zijn?
Dus…
Met zijn allen de schouders eronder en ervoor zorgen dat we met elkaar, op een gezonde manier, kunnen blijven profiteren van de toenemende vraag is het motto. Dus misschien wordt het wel doorwerken en die vakantiedagen dan toch maar laten uitbetalen of meenemen naar het nieuwe jaar?
Succes met de laatste loodjes van 2017!
© OMNICOL
Geplaatst in Overig