header

Categorie: Overig

februari 21st, 2017 door Omnicol


Buitentegelwerk
Een tegelvloer die doorloopt naar je terras. Eén en dezelfde tegel voor binnen én buiten. Ongelooflijk mooi! Met een beetje aandacht voor de details is dit heel goed mogelijk en zijn prachtige vloeren en terrassen te maken. Maar vermijd de fouten die heel wat andere (ver)bouwers maken. In onderstaande tekst gaan we uit van een hechtende opbouw en bespreken niet de opties van tegeldragers en andere alternatieven.

Binnen is niet buiten
Een terrastegel krijgt heel wat te verduren. Straks de volle zon, nu wat regen, en afgelopen periode een vrieskou. Natuursteentegels zijn over het algemeen dikker en kunnen daardoor iets meer verdragen maar blijven een ‘natuurlijk’ materiaal met dito eigenschappen. Dus er zomaar vanuit gaan dat een gekozen tegel voor binnen ook buiten gebruikt kan worden, is vaak (en helaas) niet waar. Het is ook heel belangrijk dat je buitentegels vorstbestendig zijn, zeker gezien ons klimaat. Een aantal keramische tegels zijn zowel in binnen- als buitenkwaliteit te verkrijgen waarbij het verschil tussen beide meestal de dikte betreft.

Slipgevaar!
Een goed terras is een veilig terras. Kies voor een ruwere tegel of eentje met een ruwere afwerking. Vermijd gladde oppervlaktes! Bij tegels wordt de ruwheid aangeduid met de R-waarde. Hoe hoger die R, hoe beter de grip. R10 is goed, R11 beter. Deze stroefheid is buiten eerder nodig dan binnen. Let er bij het invoegen dan weer wel op dat deze ruwere tegeloppervlaktes wat moeilijker te reinigen zijn.

Aandacht voor de ondergrond
De ideale ondergrond is er één die water doorlaat. Waarom? Omdat het vocht anders onder de  tegels blijft zitten. En water dat bevriest zet uit, dus is er kans dat de voegen of zelfs de gehele tegel gaan barsten. Er spelen meerdere zaken, maar de belangrijkste is de mogelijkheid voor de ondergrond om vocht af te kunnen voeren. Hetzij door opname/drainage, hetzij door een goede afvoer. Volledig waterdicht tegelwerk is quasi niet realiseerbaar in ons klimaat zonder het nemen van extreme en dure oplossingen. Ga er dus altijd vanuit dat er vocht aanwezig zal zijn. Als we de nodige maatregels nemen om dit goed af te voeren, kan er weinig tot niks gebeuren. Daarom worden vaak splitmortels aangeraden als ondergrond met daaronder een goede drainagemat. En natuurlijk het geheel op afschot leggen.

Welke lijm en voeg gebruiken we dan?
De betere ‘flex’ tegellijmen bevatten harsen die zorgen dat de lijmlaag bepaalde spanningen (uitzetting en krimp) kan opvangen. Daarom zijn juist deze aan te bevelen voor buitengebruik. Maar de lijm alleen kan de klus niet klaren en het is daarom van belang in systemen te denken waar meerdere producten op elkaar zijn afgestemd. Dat begint bij de ondergrond. Er wordt dan gekeken naar de gehele opbouw van de vloer. Ja, dit kost meer tijd (en geld) maar geeft wel een optimaal resultaat voor langdurig probleemloos gebruik van de tegelvloer.
Tevens zijn er diverse voegmortels speciaal afgestemd op buitengebruik. En ook hiervoor geldt weer dat door krimp en uitzetting van de gehele vloer of alleen de tegel er altijd scheurtjes kunnen komen in het voegwerk. Je mag er dus nooit op vertrouwen dat alleen de voeg de verantwoordelijkheid draagt van ‘waterdichting’. Mede daarom is de drainage van het buitentegelwerk zo belangrijk. Als eerste doen we er alles aan door met de gebruikte producten het indringen van vocht te vermijden tot een minimum. Maar als het dan tóch er doorheen gaat, dan moet het wel goed zijn weg kunnen vinden.

Afsluitend
Er zijn prachtige resultaten te behalen. Maar zoals met meerdere zaken: bezint eer ge begint. Maak weloverwogen (materiaal)keuzes en denk in een groter geheel. Mocht het te ingewikkeld worden en kom je er niet uit? Roep dan de hulp in van één van onze mensen. Daar zijn we voor en we staan je graag met raad en daad bij.

Tot slot nog een tip voor de tegelzetter: als dezelfde tegels of tegels in hetzelfde formaat worden gebruikt, zorg er dan voor dat het voegpatroon ook netjes van binnen naar buiten doorloopt. Dit geeft visueel het mooiste resultaat.
Succes!

© OMNICOL februari 2017

 

Geplaatst in Overig

februari 7th, 2017 door Omnicol


In Nederland, voornamelijk onder de rivieren, weten ze er wel raad mee: carnaval. Kostuums, praalwagens, muziek, het mag allemaal niet ontbreken. Maar ook andere landen in Europa, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika kennen feestelijke carnavalstradities.

Betekenis van Carnaval
Carnaval is oorspronkelijk een katholiek feest. Het wordt gevierd op de drie dagen voor Aswoensdag. Traditioneel gezien duurt het feest drie dagen, van zondag tot en met dinsdag, maar in praktijk zie je dat de feesten meestal al op vrijdag beginnen. De naam Carnaval komt waarschijnlijk uit het Latijn. Carne vale betekent namelijk zoiets als afscheid van het vlees.

De betekenis en vormgeving van carnavalstradities verschilt van plek tot plek, maar een aantal basiselementen is overal aanwezig: verkleden, een optocht en feestvieren. Zo zijn kleurrijke kostuums en maskers kenmerkend voor Venetië, weinig verhullende bikinibroekjes voor Rio de Janeiro en woeste wildemankostuums voor New Orleans. En dan de boerenkiel bij ons.

Oorsprong
Oorspronkelijk was Carnaval een eetfestijn. Op dinsdag, de dag voor
het vasten, werd al het vet wat er nog in huis lag opgemaakt. De Romeinen vierden een soortgelijk feest, het feest van de Saturnaliën genoemd. Ook hier stond eten en drinken centraal. Dit feest werd gevierd op de zonnewende van 21 december van ieder jaar.

Carnaval in Nederland
Nederland kent twee soorten Carnaval, namelijk het Rijnlands Carnaval en het Bourgondisch Carnaval. Het Rijnlands Carnaval wordt vooral gevierd in Limburg en in het oosten van Noord-Brabant. Deze manier van Carnaval vieren heeft zich in Duitsland ontwikkeld. Maar het Rijnlands Carnaval wordt duidelijk anders gevierd in Nederland dan in Duitsland.

In Nederland staat het Rijnlands Carnaval vooral bekend om de vele Carnavalsverenigingen. Deze verenigingen hebben een lange traditie en hebben vaak een eigen Prins en Raad van elf. Ze hebben hun eigen praalwagen voor de optocht en organiseren ook hun eigen feesten. Het Rijnlands carnaval kenmerkt zich door zijn kleuren: rood, geel en groen. Het kostuum is erg belangrijk en daar besteedt men dan ook veel geld en tijd aan. Tevens ligt de nadruk op schmink. Voordat Carnaval begint, worden er veel verschillende Carnaval-bals georganiseerd: feesten voordat het écht Carnaval is.

Het Bourgondisch Carnaval wordt vooral gevierd in Noord-Brabant, maar ook in Gelderland en Zeeuws-Vlaanderen. Bourgondisch Carnaval had de insteek van een eetfestijn waarbij men verkleed ging en elkaar belachelijk maakte. Doordat er lange tijd een grote armoede heerste in Brabant, zijn de kostuums bij het Bourgondisch Carnaval nogal eenvoudig. Wat erg kenmerkend is aan het Bourgondisch Carnaval is dat de plaatsnamen tijdens de Carnaval worden veranderd. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld Oeteldonk voor Den Bosch en Kielegat voor Breda.

Er zijn veel overeenkomsten tussen het Rijnlands Carnaval en het Bourgondisch Carnaval. Zo viert men beiden de elfde van de elfde op 11 November. Ook is er bij beide soorten Carnaval een sleuteloverdracht. Daarnaast kennen ze ook beiden carnavalsoptochten, een prins en gevolg, betogen in dialect en verschillende dweilorkesten.

Wanneer is het Carnaval 2017? – start op 24 februari
De datum van Carnaval hangt samen met de datum van Pasen. De vastentijd begint namelijk 40 dagen voor de eerste Paasdag, waarbij de zondagen niet meetellen. Carnaval begint dus zeven weken voor de eerste Paasdag. Carnaval kan op zijn vroegst beginnen op 1 februari en op zijn laatst op 9 maart. Officieel is Carnaval dus maar drie dagen, maar het Carnavalsseizoen begint in de praktijk al op 11 November en wordt meestal opgerekt van vrijdag tot en met dinsdag.

Leuk, nu weet je wat meer over Carnaval en de oorsprong. Maar wat is de relatie tot Omnicol en de bouwsector? In basis zal vooral in het zuiden van het land de bouwactiviteit op een lager pitje draaien in week 9. Veel mensen vieren Carnaval en nemen hiervoor vrije dagen op. Even ontspannen om vervolgens er weer vol tegenaan te gaan. Wij draaien gewoon door en ook tijdens die dagen wordt er gewoon uitgeleverd.

Alle carnavalsvierders wensen wij heel veel plezier!

© OMNICOL februari 2017

 

Geplaatst in Overig

januari 24th, 2017 door Omnicol

Producten “made in China” zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. En zo worden ook tegels op grote schaal geïmporteerd uit China.

Chinese keramiek is wereldwijd één van de belangrijkste vormen van Chinese kunst en laat sinds de pre-dynastieke tijden een continue ontwikkeling zien. Het eerste aardewerk werd al gemaakt tijdens het Paleolithicum. Inmiddels variëren Chinese keramische producten van bouwmaterialen, zoals bakstenen, dakpannen en tegels, tot met de hand vervaardigd aardewerk en porselein in alle mogelijke varianten. Het verfijnde Chinese porselein werd gemaakt voor het keizerlijk hof en voor de export. Porselein is zo vereenzelvigd met China dat het in het dagelijks Engels gebruik nog steeds “China” genoemd wordt.

De meeste Chinese keramiek van latere datum, zelfs dat van de beste kwaliteit, werd gemaakt op industriële schaal. Als gevolg daarvan zijn slechts enkele namen van individuele pottenbakkers geregistreerd. In vroegere tijden waren veel van de belangrijkste werkplaatsen en ovens eigendom van, of gereserveerd voor de keizer en grote hoeveelheden keramiek werden geëxporteerd als diplomatieke geschenken of als voorwerp van de ruil-handel.

Heden ten dage staat “made in China” niet altijd synoniem voor kwaliteit, maar primeert vaak de aantrekkelijke prijs. Hoewel sommige tegels eenzelfde uiterlijk kunnen hebben, delen ze eigenlijk heel andere kwaliteitskenmerken. Italiaanse stijlen worden vaak gekopieerd door fabrieken, maar het ontbreekt aan vergelijkbare productieapparatuur waardoor er verschillen ontstaan die niet met het blote oog waarneembaar zijn. Net als in de mode zetten Europese designers vaak de trend in stijlbepaling en is China heel goed in het nabootsen ervan.

Veel voorkomende zaken die afwijken van de Europese norm zijn de hardheid/duurzaamheid, vlakheid en maatvastheid. In veel gevallen zullen Chinese tegels prima voldoen en is er een mooi financieel voordeel mee te behalen. Echter: in het geval van intensief belaste ruimtes waar hogere eisen aan de keramische bekleding worden gesteld, zouden wij toch even goed nadenken. Ondanks het feit dat de meer exotische tegels de laatste jaren een kwaliteitssprong hebben gemaakt, geldt vaak nog de aloude spreuk: “alle waar naar zijn geld”.

Om te voorkomen dat Europa wordt overspoeld met goedkope tegels hanteert het een hogere heffing op de invoerrechten. Zo beschermt de Europese keramische industrie zich tegen zogenaamde dumppraktijken door de Chinese exporteurs/fabrikanten.

Natuursteen uit China is een heel ander verhaal. Natuursteen draagt de kenmerken van de vindplaats in zich. Carrara marmer bijvoorbeeld komt ook echt uit Carrara in Italië, een plek die wordt gekenmerkt door een mooie witheid en gelijkmatige adering in de marmers. En zo zijn er ook bepaalde soorten natuursteen die alleen in China gevonden worden. Deze natuursteen heeft dan specifieke eigenschappen die horen bij de Chinese oorsprong. De veelgebruikte ‘blauwe hardsteen’ lijkt uiterlijk qua kleur en structuur veel op ‘het origineel’ uit Henegouwen, maar is natuurlijk nèt even anders. De verschillen in prijs liggen dan vooral in de beschikbare hoeveelheid en goedkopere arbeid om de natuursteen te winnen en vermaken tot tegels. Het kwaliteitsverschil zit hem dan ook vast in die laatste handeling: het maken van tegels.

Ons advies bij aanschaf van tegels:
Kijk goed naar het uiteindelijke gebruik van de ruimte en laat dit zwaar wegen bij het maken van je keuze. Laat je niet verblinden door het mooie uiterlijk, maar let ook op de kwaliteit. Smalle voegen zijn trending, maar dat gaat alleen met tegels die gerectificeerd zijn en waarvan de maatvoering perfect klopt. Tegels aanschaffen doe je niet iedere dag dus weeg alle voors en tegens goed af en laat je niet verleiden door een prijs die eigenlijk niet kan.

Succes!

© OMNICOL januari 2017

 

Geplaatst in Overig

januari 6th, 2017 door Omnicol

omnicol-blog-winterweer

Bij het schrijven van dit artikel is het buiten wit, niet van de sneeuw maar als overblijfsel van de nachtvorst. Wat doen we nu? Werken we door of wachten we op warmere omstandigheden?

Iets meer theorie
Het weer op een bepaalde plek is een dynamisch gebeuren: geen moment op de dag is het precies hetzelfde. Tijdens het bouwen heeft het weer steeds een andere invloed op onze activiteiten. Soms hebben we er last van en soms juist plezier. Het ligt er maar aan waar we mee bezig zijn en of we binnen of buiten aan het werk zijn.

Het weer als totaalverschijnsel kunnen we uiteen rafelen in een aantal weerscomponenten. Deze kunnen zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar sterk van invloed zijn op ons handelen. De belangrijkste weerscomponenten in onze regio zijn:

• neerslag (regen, sneeuw, hagel)
• temperatuur
• luchtvochtigheid
• wind

Wij hebben een zeeklimaat, dat wil zeggen dat er over het algemeen veel wind staat en dat het gemiddeld relatief veel regent. De zomertemperaturen zijn meestal niet extreem hoog en de wintertemperaturen niet extreem laag. Het begrip “kwakkelweer” is dan ook vaak van toepassing op onze situatie. Met name in de winterperioden is dat voor bouwactiviteiten vaak hinderlijk. Het is lastig om te voorspellen of het gaat vriezen (nét wel of nét niet) en hoe lang dat gaat duren. Het is nauwelijks mogelijk om de planning daarop goed af te stemmen. “Het kan vriezen of het kan dooien” is dan ook vaak van toepassing op ons weer.
Vorstverlet is iets wat van hogerhand wordt aangegeven middels officiële vorstverletperioden. Daarbij valt het op dat zo’n periode niet meteen intreedt als het een paar nachten vriest. En daarnaast is er vaak ook nog sprake van vorstverlet als het feitelijk al dagen níet meer vriest.

De effecten van het weer op de productie op de bouwplaats zijn zeer divers en kunnen behoorlijk ingrijpend zijn. Belangrijkste factor daarbij is de vraag in welke mate men bij het project bezig is met zogenaamde weerkritische activiteiten: bouwactiviteiten die gehinderd kunnen worden door de weersomstandigheden of die dan gewoon stil komen liggen.

De invloed van het weer vinden we terug bij alle productiemiddelen. Bij slecht weer kunnen zowel mensen als ook het gebruik van materieel ernstig gehinderd worden. Materialen moeten dus bestand zijn tegen ongunstige weersomstandigheden.

Weerkritische activiteiten kunnen worden onderverdeeld in vier categorieën:

  1. de mens als weerkritische factor
  2. bouwmaterialen en bouwstoffen in transport en opslag
  3. bouwactiviteiten
  4. bouwmaterieel op de bouwplaats

Voor elk van deze vier categorieën ligt de grenswaarde in principe anders, het weer heeft namelijk niet altijd dezelfde invloed. De mate waarin een activiteit weerkritisch is, is van veel factoren afhankelijk. Projectomstandigheden, weersomstandigheden, de conditie van mens en/of materieel, enzovoort spelen daarbij een rol.

Als de grenswaarde wordt overschreden, treedt in veel gevallen “weersverlet” op. Het productieproces wordt dan gehinderd of het stopt helemaal.

Het zal duidelijk zijn dat het aangeven van kritische grenzen in slechts een beperkt aantal gevallen objectief kan gebeuren. Meningen van mensen spelen een rol, de situatie waarin gewerkt moet worden is sterk afhankelijk van de plaats, de organisatiegraad verschilt van project tot project en bij elk bouwproject liggen de omstandigheden weer anders.

Bij nadere beschouwing moeten we van bovengenoemde weerkritische activiteiten constateren dat de bouwactiviteiten de grootste rol spelen. Mens, transport en opslag van materiaal en materieel blijken in veel gevallen niet de beperkende factoren te zijn als het gaat om weersverlet.

En dan nu de praktijk
Wij hanteren altijd een paar simpel te beantwoorden vragen om te bepalen of werken met lijmmortels nog verantwoord is:

• is de ondergrond niet bevroren
• werk ik binnen of buiten
• zijn de te verlijmen materialen vorstvrij
• de mogelijkheid om materiaal vorstvrij te vervoeren en op te slaan
• wel of geen hulpmiddelen inzetten

Haast vanzelfsprekend is op een bevroren ondergrond de aanhechting niet te controleren en garanderen. Dat er geen hechting plaats zal vinden, staat zo goed als vast. Het forceren van deze situatie met heaters of eventueel aanwezige vloerverwarming is niet aan te bevelen. Neem liever voorzorgsmaatregelen om te VOORKOMEN dat de ondergrond kan bevriezen.

Besteed meer aandacht aan de opslag van je materiaal. Vooral de pasteuze tegelijmen en voorstrijkmiddelen zijn gevoelig voor vorst. En vergeet niet dat het ’s nachts ook in je busje kan vriezen! Sla deze materialen in de winter daarom vorstvrij op en let op met het vervoer zodat het niet alsnog bevriest. Zorg op de bouw zelf voor een afgedekte (mogelijk verwarmde) ruimte waar het niet beneden de 0 graden kan komen.

Ondanks dat de afbinding (snelheid van uitharden) van lijmmortels goed te sturen en beïnvloeden is vanuit de samenstelling, zijn zogenaamde winterlijmen en snel verhardende producten niet altijd de oplossing als niet aan alle voorwaarden kan worden voldaan. Zorg er dan ook voor dat alles klopt. Mocht één van de schakels ontbreken, begin dan niet aan de klus. Ons advies is dat je beter even kunt wachten op beter weer om problemen achteraf te voorkomen.

Onze winters worden milder, maar we zien ook extremen. Al met al zijn de dagen dat we niet kunnen werken als gevolg van winterweer in onze regio beperkt. Laten we met z’n allen uitkijken naar het voorjaar!

© OMNICOL januari 2017

 

Geplaatst in Overig

december 13th, 2016 door Omnicol

Zoals de schoenenwinkel graag schoenpoets verkoopt bij een paar nieuwe schoenen, worden bij tegellijmen vaak voorstrijkmiddelen mee verkocht. De toegekende meerwaarde van het voorstrijken is geen loze belofte. Het is daarbij wel van belang dat je weet wat je doet om uiteindelijk het beste resultaat te bereiken

voorstrijk

Kan ik uit voorzorg een voorstrijk gebruiken?
Nee, de ondergrond moet een voorstrijk echt nodig hebben. Uit voorzorg een voorstrijk toepassen kan zelfs leiden tot problemen. De zogenaamde ‘verse’ ondergronden kunnen vaak prima de volgende bewerking ondergaan zonder een voorstrijklaag.
Daarnaast is voorstrijken een extra stap in het proces: iets dat ook tijd kost. Tijd om aan te brengen, maar ook de nodige tijd om te drogen. Laat dit echter geen reden zijn om het niet te doen in gevallen waar het wel nodig is!

Je kunt testen of je voorstrijk moet gebruiken door bijvoorbeeld water op de ondergrond te druppelen. Verdwijnt het water snel dan is er sprake van een zuiging en is het verstandig een voorstrijk te gebruiken voor u de lijm of egalisatielaag aanbrengt. Door de voorstrijklaag zal de lijm of egalisatie uiteindelijk beter hechten.

De belangrijkste kenmerken van voorstrijken kunnen zijn:
• Verlagen van de absorptie van de ondergrond.
• Vastzetten van losse delen.
• Verbeterde aanhechting van de volgende bewerkingslaag.
• Gelijkmatige droging en doorharding van de volgende bewerkingslaag.
• Voorkomen van vochtdoorslag: vormen van een barrière / membraan.
• Betere vloei van de egalisatielaag.

Waarom zeggen we ‘kunnen zijn’?
Omdat al deze eigenschappen zelden in één product verenigd zullen zijn. Bovenstaande opsomming is een verzameling van eigenschappen van de diverse soorten voorstrijk die er bestaan. Er bestaat dus, helaas, geen universeel voorstrijkproduct. Iedere bewerking heeft vaak een eigen specifieke soort voorstrijkmiddel nodig en dat maakt het kiezen van het juiste product er vaak niet makkelijker op.

Enkele praktijkvoorbeelden
Als je gaat egaliseren zonder vooraf te primeren, vloeit je egaline minder goed. Dit komt omdat het vocht uit de egaline in de ondergrond trekt. Je egalisatie slaat dan neer. Een egaal aangebrachte voorstrijk vereffent de spanning en bevordert dus de vloei en het zelfnivelerende karakter van de egaline.

Een tweede, vaak voorkomende valkuil is stof. Hoe goed je ook stofzuigt, je krijgt nooit alle stof weg. Hierdoor heb je een mindere hechting en loop je het risico van onthechting. Een goed voorstrijkmiddel zet het resterende stof ‘vast’. Natuurlijk dient het stof vooraf wel zoveel mogelijk weg genomen te worden!

De verwerking
Wacht nadat de voorstrijk is aangebracht niet te lang met de volgende bewerking! Wederom kan stof (uit de omgeving) zich vastzetten op de geprimerde muren/vloeren waardoor het effect sterk wordt verminderd.
Mocht de zuiging uit de ondergrond zeer sterk zijn dan kan het nodig zijn een tweede laag aan te brengen. Doe dit meteen (zogenoemd nat-in-nat), maar overdrijf niet door een veel te dikke laag aan te brengen. En let goed op het afplakken van de niet te behandelen bouwdelen of omgeving. De meeste voorstrijken hechten hardnekkig (ook daar waar niet wenselijk) en zijn in uitgeharde toestand moeilijk weer te verwijderen.

Aanbrengen kan met een veelvoud aan materialen. Vaak worden grote oppervlakten met een roller gedaan of zelfs met spuitapparatuur.

Is voorstrijken dan een vak apart?
Nee, wij denken van niet. Gebruik het nuchtere verstand en weet waar je mee bezig bent. Bij twijfel over jouw specifieke situatie of moeilijkheden om tot de juiste keuze te komen vraag je het onze experts. Die staan altijd klaar met raad en daad.

© Omnicol

Geplaatst in Overig

november 23rd, 2016 door Omnicol

HET WORDT WEER WINTER!

Gaven wij eerder tips over wat te doen tijdens zomerse temperaturen, dan is het nu tijd om iets te zeggen over do en don’ts tijdens lagere temperaturen die we binnenkort vast zullen meemaken.

• Respecteer bij aanmaak de juiste waterverhouding en mengtijden. Zorg ervoor dat eerst het water in de kuip zit en voeg vervolgens het poeder eraan toe. Meng alles met een mixer tot een homogene, klontvrije massa. De verkregen substantie moet minstens een drietal minuten rusten om vervolgens nogmaals door te roeren voordat de verwerking start.
Gebruik water met een normale temperatuur. Als je warm water gaat gebruiken versnelt dit een aantal processen en is de tijd dat het product verwerkbaar is korter!

• Werk binnen, dat is zowel voor jezelf als voor het materiaal het prettigst.

• Gebruik altijd een impregnering. Dit zorgt ervoor dat de aanhechting aan de ondergrond overal hetzelfde zal zijn. Op een koude ondergrond zal je merken dat het drogen van de laag langzamer gaat. Respecteer dit en forceer het niet. 
Lijm na aanmaken van de lijm de ondergrond in en voorzie deze van een juiste kamvertanding. Let op dat ingelijmde delen niet te lang openstaan. Hierdoor kan een ongewenste, eerste vlies op de lijmlaag ontstaan. Bij koud weer kan de open tijd wat langer zijn, maar laat je niet verleiden om te grote vlakken alvast van lijm te voorzien. Houd hier per situatie rekening mee en pas daartoe het werk- dan wel lijmoppervlak aan. Vermijd bij alle producten tijdens de verwerking en afbinding vocht, tocht en directe blootstelling aan vorst.
Zorg er ook voor dat voor aanvang zowel ondergrond als het te verlijmen materiaal niet bevroren is of een temperatuur beneden de 0 graden heeft.

• Bij het voegen van tegels dienen er maatregelen getroffen te worden tijdens het drogingsproces. Zorg er wederom voor dat de ruimte vorstvrij blijft en bescherm desnoods het werk. Gebruik van warmtekanonnen of andere warme luchtstromen om eventuele droging te versnellen wordt stellig afgeraden. Zorg altijd voor een goede ventilatie en eventueel voor een luchtontvochtiger.

• Besef dat bij gebruik van egaliseermortels de ondergrondtemperatuur en de zuiging van de ondergrond sterk van invloed kunnen zijn op het drogingsproces. Wij adviseren de ondergrond in de wintertijd ruim van tevoren voor te behandelen met een voor de ondergrond geschikt voorstrijkmiddel. Let op dat de ruimte tijdens de droging hiervan niet wordt belopen!

• Bij het machinaal verlijmen van bakstenen is het van belang dat zowel de stenen als de lijm overdekt en vorstvrij zijn opgeslagen op de bouwplaats. De lijm zal langzamer afbinden en mag ook na verwerking niet bevriezen. Dek vers lijmwerk dan ook goed af om het te beschermen tegen zowel regen als lage temperaturen, dit zorgt voor een mooi resultaat.

• Onder de 0°C dient er goed naar de omstandigheden gekeken te worden en adviseren wij de werkzaamheden alleen dan uit te voeren als aan de bovengenoemde voorwaarden kan worden voldaan. Als één element roet in het eten zou gooien, heeft dit zijn invloed op het gehele proces. Het is dus altijd en-en en niet of-of.

Met de juiste voorbereiding kan je dus gerust doorwerken, ook tijdens de voor ons liggende koudere periode. Doe wel een dikke jas aan!

Bij twijfel kan je altijd natuurlijk een beroep doen op onze adviseurs.

© Omnicol, november 2016

Geplaatst in Overig

september 26th, 2016 door Omnicol

Tegenwoordig bieden de vele aangeboden soorten natuursteen uitgebreide mogelijkheden om prachtig tegelwerk te realiseren. Voegen vormen een esthetische afwerking van zo’n betegeld oppervlak. Vanwege de betere fysische eigenschappen zijn voegmortels op cementbasis met harsveredeling ontwikkeld. Deze mortels zorgen voor een betere hechting aan geglazuurde of volkeramische tegelranden, hebben betere chemicaliënbestendigheid, een grotere flexibiliteit, een betere schok- c.q. impactweerstand en geen verbranding van de cementmineralen – óók bij zeer sterk zuigende ondergronden en tegelranden. Door hun lagere water-cementfactor ondergaan zij minder krimp, zijn waterwerend of zelfs volledig waterdicht (een goede bescherming tegen aantasting van de ondergrond). Deze eigenschappen bieden veel betere reinigingsmogelijkheden van de uitgeharde voeg, omdat het vuil nauwelijks in de voegspecie dringt. Daarnaast is de voeg minder uitbloeiingsgevoelig en een heeft een uitstekende vorstbestendigheid.

Bij het kiezen van kleurenvoegsels dient u rekening te houden met de juiste toepassing. Let op bij bijvoorbeeld tegels met poriën, zeer poreuze tegels en (vlekgevoelig) natuursteen. Breng, indien nodig, een beschermende behandeling op het oppervlakte aan ter voorkoming dat het gebruikte product in de oppervlakteporiën van de tegels komt. Alvorens men gaat voegen moet de tegellijm volledig uitgehard zijn. Op gesloten ondergronden kan deze wachttijd langer zijn. Een te vochtige ondergrond kan leiden tot kleurverschillen in de voeg. De aangemaakte voeg droogt veel lichter op dan in eerste instantie lijkt. Er kunnen kleine kleurverschillen ontstaan vanwege de natuurlijke, minerale grondstoffen. Dezelfde kleuren in een andere kwaliteit geven een iets afwijkende kleur en reflectie vanwege de verschillende korrelopbouw en additieven in het voegmateriaal.


Schoon gereedschap
                                                                                                               Gereedschap en aanmaakwater moeten schoon zijn (gebruik schoon leidingwater of, indien niet beschikbaar, flessenwater). Resten van eerder gemengd materiaal kunnen zich namelijk vermengen met het nieuwe mengsel. Pas op met voegborden en sponzen als deze met een andere kleur- of productsoort gebruikt zijn. Dit kan leiden tot technische en optische veranderingen en kleurafwijkingen.

Bij donkere voegkleuren is het gebruik van 2 sponsbakken aangewezen (een sponsbak voor vuilopname, en een sponsbak met steeds schoon leidingwater). Bij nawassen met een vochtige microvezeldoek blijft minder water (waterfilm) achter op de tegel en voeg. Kort daarna kan met een droge doek of celstofpapier de cementsluier worden verwijderd. Het is belangrijk dat de achtergebleven cementsluier na het invoegen verwijderd is.

Ververs het water regelmatig. Maak niet “schoon” met vuil water, maar met schoon water! Vuil water laat een lichtere kleur cementsluier achter op vooral donker gekleurde voegmortels.

Bovenstaande is een korte samenvatting voor een mooi resultaat. Heb jij nog tips?

© Omnicol, september 2016

Geplaatst in Overig

juni 26th, 2016 door Omnicol

HET IS WARM ZOMERWEER!

Warm weer is erg aangenaam, maar hoge temperaturen kunnen van invloed zijn tijdens het uithardingsproces van de materialen. Hieronder vindt u onze verwerkingstips op een rijtje tijdens zomerse temperaturen.

• Respecteer bij aanmaak de juiste waterverhouding en de mengtijden. Zorg ervoor dat eerst het water in de kuip zit en voeg vervolgens het poeder eraan toe. Meng alles met een mixer tot een homogene, klontvrije massa. De verkregen pasta minstens 3 minuten laten staan en nogmaals doorroeren voor verwerking.

• Gebruik steeds een hechtingsbevorderende en zuigkrachtverlagende impregnering. Na aanmaken van de lijm, kleine werkbare delen van de ondergrond inlijmen en voorzien van een kamvertanding. Let op dat ingelijmde delen niet te lang open staan waardoor een eerste vlies op de lijmlaag kan ontstaan. Bij warm weer of intensieve ventilatie kan de open tijd korter zijn. Houdt hier per situatie rekening mee en pas daartoe het werk- dan wel lijmoppervlak aan. Vermijd bij álle producten tijdens de verwerking en afbinding vocht, tocht en directe blootstelling aan zonlicht.

• Houd bij snelverhardende producten rekening met de aan te maken hoeveelheid, dit kan minder zijn dan men gewend is.

• Bij het voegen van de tegels dienen er maatregelen getroffen te worden tijdens de verwerking én het drogingsproces. Bescherm het werk tegen direct zonlicht en maak de werkplek zo koel mogelijk.

• Let er bij gebruik van egaliseermortels ook op dat de ondergrondtemperatuur en de zuiging van de ondergrond sterk van invloed kunnen zijn op het drogingsproces. Wij adviseren de ondergrond 1 uur van tevoren voor te behandelen met een voor de ondergrond geschikt voorstrijkmiddel.

• Bij het machinaal verlijmen van bakstenen kan het nodig zijn, na een lange pauze en bij warm weer, alvorens opnieuw te beginnen, de lijm die zich in de slang bevindt weg te pompen. Ook is het aan te raden tijdens de pauze de spuitkop in een emmer water te steken om aandrogen te voorkomen. NOOIT rondpompen, zodat reeds verpompte lijm terug in het reservoir komt!

• Eventueel uitpuilende lijm aan voorzijde: teken dat u te veel lijmmortel hebt opgebracht. Deze laten aandrogen gedurende minimaal 15 minuten en daarna met een voegspijker verwijderen.
Bij warm weer en regen dient het verse lijmwerk afdoende te worden beschermd.

• Boven de 35° C dient er goed naar de omstandigheden gekeken te worden en adviseren wij de werkzaamheden uit te stellen.

Voor meer details raadpleeg onze documentatie, of scan de QR-code op de verpakking. Bij twijfel kunt u altijd natuurlijk een beroep doen op onze adviseurs!

© Omnicol, juni 2016

Geplaatst in Overig

maart 2nd, 2016 door Omnicol

Van der Valk RidderkerkDe renovatie van badkamers heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Een nieuwe, frisse look, moderne tegels in speciale formaten en daarnaast is vaak ook het sanitair aan vervanging toe. Wat hierbij van belang is, onttrekt zich echter aan het zicht: de waterdichtheid van de totale opbouw. Alleen een goed uitgevoerde klus garandeert een optimale levensduur van de ruimte. Een lekkende afvoer of lekkend tegelwerk kan immers kostbare gevolgen hebben.

 

badkamer 3Een goed voorbeeld is de populaire inloopdouche. Eén van de uitdagingen die we daar tegenkomen, bevindt zich waar de tegel vloer strak doorloopt en met de afvoer is geïntgreerd. Een solide afdichting van inloopdouches is een punt waar niet altijd genoeg aandacht aan wordt geschonken. Dat is jammer, want dichtheid – en daarmee de bescherming van een woning tegen het doordringen van vocht – heeft de hoogste prioriteit bij zo’n inloopdouche. Het zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn! De badkamer dient volgens het Bouwbesluit waterdicht te worden opgeleverd. Om nog maar te zwijgen van de rampzalige gevolgen van lekkage.

Om een woning te beschermen tegen vocht is een duurzame, blijvende afdichting noodzakelijk. De tegels, tegelvoegen, kitnaad en bij aansluiting van het tegelwerk met de goot of het afvoerputje een 2K afdichting, zouden moeten instaan voor de waterwering. Dat zijn ze ook wel degelijk, maar er zijn ook andere elementen die invloed hebben op de uiteindelijke waterdichting. Dan bieden deze drie materialen geen afdoende oplossing. Het is zeer goed mogelijk dat het douchewater op termijn onder de tegels en zelfs in de dekvloer belandt. De kitnaad kan (en zal) verouderen, maar kan ook de maximale uitzetting bereiken. Tegelvoegen kunnen haarscheurtjes gaan vertonen. Daarnaast heeft de gehele constructie (volledige opbouw, inclusief ondergrond en afvoeren) zijn eigen werking, waarmee de kans op lekkage altijd aanwezig is. Het is daarom wenselijk op de ondergrond een voldoende flexibele, waterdichte en waterkerende laag aan te brengen. Dit wordt ook wel ‘volvlakse afdichting’ genoemd. Er zijn verschillende systemen beschikbaar. De vochtgevoeligheid en de opbouw van de ondergrond spelen een rol bij de uiteindelijke keuze. Dit kan een vloeibaar product zijn met een hoge flexibiliteit, ofwel vervormingsmogelijkheid. Alternatief kunnen speciaal hiervoor ontwikkelde ontkoppelingsmatten worden aangebracht. En niet te vergeten de hulpstukken voor hoeken, vloer-wand aansluitingen en leidingdoorvoeren. Beide oplossingen hebben een minimale dikte en zijn specifiek voor waterkering onder tegelwerk gemaakt. De tegellijm hecht hierop perfect, zodat de tegels probleemloos geplaatst kunnen worden. Het is een investering in tijd en geld, maar wel eentje die zich op termijn zal terugbetalen. Badkamers zijn tenslotte intensief vochtbelaste ruimtes en worden relatief vaak en kortstondig met water in verschillende temperaturen belast. Vochtdoorslag kan leiden tot een verzadigde afwerkvloer of wand, wat schimmels en ongewenste geurtjes tot gevolg kan hebben. Ander nadeel is dat het een langzaam proces is waarvan de gevolgen pas op termijn zichtbaar worden. En dan is het vaak al te laat.

Daarom is voorkomen beter dan genezen en raden wij altijd aan om deze additionele producten in te zetten. Het zal resulteren in een tevreden klant die van een gegarandeerd dichte badkamer kan blijven genieten!

 

Geplaatst in Overig

december 23rd, 2015 door Omnicol
Construction: Laying a porcelain tile floor

vroeger

dunbedlijm_modern

tegenwoordig

HET ONTSTAAN VAN TEGELLIJM
De naoorlogse jaren laten een werkelijk opmerkelijke revolutie zien in de methodes van het installeren van geglazuurde keramische wandtegels. Werden voorheen alle tegels gefixeerd  met een mengsel van zand en cement, tegenwoordig is de situatie zo dat vrijwel alle tegels worden bevestigd met gespecialiseerde lijmmortels en de oude zand-cement-techniek nog zelden wordt gebruikt.
Waarom is dit zo geëvolueerd?
In onderstaande tekst gaan we op  zoek naar de onderliggende oorzaken voor deze verandering en de rol die Omnicol in deze geschiedenis van ‘bouwkleefstoffen’ heeft gehad. We zetten de beweegredenen eens op een rij.

DE OUDE SITUATIE
Het eerste octrooi voor de vervaardiging van Portlandcement werd in 1824 vastgelegd, hoewel het twijfelachtig is of het toen verkregen product identiek was met de hedendaagse Portlandcement. Echter, tot 1850 lijkt het erop dat er ongeveer vier kleine fabrieken waren die Portlandcement vervaardigden van een type vergelijkbaar met wat we vandaag de dag kennen.

De eerste drooggeperste tegels werden rond 1840 vervaardigd. Op welk moment deze tegels met Portlandcement werden geplaatst, is niet bekend. Er is geen verslag van hoe zand en Portlandcement werd gebruikt voor de plaatsing van keramische tegels, maar er is weinig twijfel dat de praktijk goed is vastgelegd tot aan het einde van de 19e eeuw.

Tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kan het vaststellen van tegels in een zand-cement-mortel worden aangenomen, maar het is interessant dat reeds in 1895 twee patenten werden geregistreerd met betrekking tot de bevestiging van glazen afdekplaten of tegels met een bitumineuze of harsachtige samenstelling.

1e tegellijm machineDe eerste indicatie van een op handen zijnde revolutie in de installatieprocedures was duidelijk in 1936, toen Minton Hollins Limited de eerste Britse lijm voor het bevestigen van tegels op de markt bracht onder de naam Minto-mastiek. Maar dat deze lijm niet algemeen geaccepteerd werd, blijkt uit het feit dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog Minto-mastiek compleet lijkt te zijn vergeten.

SOORTEN LIJM
Ontwikkeling van lijmen in de onmiddellijke naoorlogse jaren werd gehinderd door moeilijkheden bij de levering van de benodigde grondstoffen. Het was dan ook pas in 1950 dat een soort tegellijm weer op de markt verscheen: Richafix, gemaakt door Evode Limited uit Stafford. Richafix was de eerste wand-tegellijm in Europa die breed werd geaccepteerd en gebruikt door tegelzetters. Tegelijkertijd kwamen tussen 1950 en 1958 vergelijkbare producten van andere producenten op de markt en ook Omnicol zag in die dagen het daglicht.

Omnicol werd opgericht door de Scholten-Honig Groep, heden ten dage nog bekend van het merk Honig dat nu enkel nog levensmiddelen maakt. Plantaardige bestanddelen (o.a. aardappelzetmeel) waren destijds oorzaak van het ontstaan van de lijm-divisie.

In eerste instantie waren vrijwel alle lijmen oplosmiddelhoudend. Pas na 1959 kwamen ook watergebaseerde lijmen in beeld. De combinatie van organische materialen zoals natuurlijke en synthetische rubber, polyvinylacetaat, en verscheidene andere harsen werden later bekend als pasteuze lijmen.

In 1959 maakten de eerste dunne-bed-cementlijmen hun intrede en werden op de markt gebracht onder de noemer tegellijmen. Chemisch zijn deze cementproducten gebaseerd op Portlandcement, gemodificeerd door toevoeging van verschillende vulstoffen en organische toevoegsels. De afgelopen jaren is de traditionele manier van zand-cement als bevestigingsmethode meer en meer verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor lijmmethoden. Deze lijmmethoden worden vandaag de dag bijna universeel gebruikt voor de bevestiging van wand- en ook vloertegels.

VOORDELEN VAN LIJMEN
Het bereiken van deze transformatie kent verschillende factoren. De meest doorslaggevende daarvan is het ontstaan van nieuwe materialen en de evolutie in de bouw. Zand-cement-mortels zijn niet geschikt voor het bevestigen van tegels op ondergronden als cellenbeton, anhydriet en ook de aanhechting op volledig verglaasde (porseleinen) tegels, die tegenwoordig steeds vaker worden gebruikt, is minimaal. Daarnaast is ook de snelheid van bouwen een steeds belangrijkere rol gaan spelen.

Het zijn dus bovenal de intrinsieke voordelen van lijmen die het stilaan verdwijnen van de ouderwetse methoden bespoedigden. Onderstaand enkele voordelen van bevestigen met lijm in plaats van zand-cement-mortels:

1) Tegels kunnen worden bevestigd op vrijwel elk type ondergrond, in tegenstelling tot zand- cement-mortel dat slechts op beperkte ondergronden kan worden toegepast.

2) Met de hedendaagse geavanceerde hechtmiddelen (toevoegingen aan lijmmortels) wordt een veel betere binding verkregen waardoor hechting aan porcellanato tegels vele malen beter is.

3) Vermindering van stress opgelegd op tegels. Dit is een bijzonder waardevolle eigenschap. De enigszins flexibel blijvende lijmlaag kan namelijk het één en ander opvangen. Denk hierbij ook aan veelvuldig toegepaste vloerverwarming.

4) Het werkt sneller, is voorgemengd en dus eenvoudiger en leidt tot een hogere productiviteit.

5) Het structurele gewicht van de installatie (het gehele opbouw) vermindert.

© Omnicol, december 2015

Geplaatst in Overig