header

Gevels met dunne voegen – Wat is het verschil tussen lijmen en dunmortel?

We zien steeds meer dat gevelstenen (baksteen of ander materiaal) op vernieuwende wijze worden verwerkt. Ook de materiaalkeuze zelf is aan ‘mode’ onderhevig. Zo zien we steeds meer langere en dunnere stenen verschijnen en ook het kleurenpallet gaat met de tijd mee.

Nu metselen we al zolang we ons kunnen herinneren, een gekende techniek die overal te zien is. De laatste 15 jaar is daar ‘lijmen’ als aanvullende verwerkingsmethode bij gekomen. En ook daarin zijn er weer een paar verschillende manieren ontstaan. Deze lichten we even kort toe, zodat je het kaf van het koren weet te scheiden.

Wat is lijmen, in een notendop?

Het woord ‘lijmmortel’ zul je (nog) niet terugvinden in de Dikke Van Dale. Als we zelf er dan een definitie voor zouden moeten schrijven komen we op het volgende:
Een mortel bestaande uit zandcement (heel fijn, gekristalliseerd zand), een waterhoudend additief en watergedragen polymeren, geschikt voor het verlijmen van bakstenen.
De term lijmen is enigszins misleidend. Er wordt nog steeds gewerkt met mortel op basis van cement. Verder verwijzen we graag naar onze eerdere blog over de gelijmde gevel, waarin de techniek uit de doeken wordt gedaan.

Ontstaan
Bakermat van het ‘verlijmen’ is de verwerking van binnenmuurstenen geweest. Gasbeton (nu cellenbeton) en later kalkzandsteen waren materialen die door hun maatvastheid en modulariteit goed te lijmen waren. Daarmee waren de lijmmortels geboren en werd er kwalitatief een grote sprong gemaakt: betere hechting en sneller werken.
Eigenlijk is de steenindustrie de vragende partij geweest om te kijken of ook gevelstenen te verlijmen zouden zijn. Door de enorme variëteit aan soorten en maten vooralsnog niet de makkelijkste opgave. Maar uiteindelijk is het toch gelukt. En met succes.

Vandaag de dag
Lijmmortels kenmerken zich door een complexe samenstelling die het mogelijk maakt gevelstenen met een zo dun mogelijke voeg te verwerken. Het achteraf voegen (of in één handeling doorstrijken) is hierbij overbodig. Daarnaast wordt er een kwalitatieve sprong voorwaarts gemaakt. Het toepassen van dunnere voegen betekent ook meer stenen per vierkante meter: je ziet minder voeg en de gevel krijgt de kleur van de steen. Deze kleurintensiteit en de verhoogde duurzaamheid zijn vaak bewuste redenen om voor gelijmde gevelsteen te kiezen. De sterkte van de verbinding maakt het zelfs mogelijk om prefab metselwerk te maken of in sommige gevallen lateien uit te sparen. Daarnaast zorgt een juiste uitvoering voor een zeer sterk verminderde kans op zogenaamde uitbloeiingen (witte uitslag) van het metselwerk.




Dunmortels zijn van een iets andere orde. Ook deze laten het toe om gevelstenen met dunnere voegen te verwerken maar bezitten niet alle onderscheidende eigenschappen die een lijmmortel wel in zich heeft. De verwerking lijkt meer op die van een ‘gewone’ metselmortel en bijvoorbeeld de hechtsterkte en waterwerendheid zijn wezenlijk anders dan bij lijmen. Het is een alternatief dat, zeker optisch, een vergelijkbaar resultaat zal geven. Maar kwalitatief mist het net een paar kenmerken ten opzichte van het gebruik van lijmmortel. Daar waar een wat dikkere voeg wenselijk is (bijvoorbeeld bij zeer onregelmatige stenen) en hechting en waterhuishouding iets minder van belang zijn is het echter een prima alternatief.

Gelijmde baksteen is, vooral in België, niet meer weg te denken uit het hedendaagse straatbeeld. Spreek gerust Omnicol aan als je plannen hebt in die richting en nog met vragen zit. Als pionier van het eerste uur hebben zij alle kennis in huis om perfect te adviseren welke -lijmmortel- voor jouw toepassing het meest geschikt is en zo ieder project tot een succes te maken.

© OMNICOL – augustus 2019

september 12th, 2019 door