header

Geschiedenis van dunbedlijmen

Construction: Laying a porcelain tile floor

vroeger

dunbedlijm_modern

tegenwoordig

HET ONTSTAAN VAN TEGELLIJM
De naoorlogse jaren laten een werkelijk opmerkelijke revolutie zien in de methodes van het installeren van geglazuurde keramische wandtegels. Werden voorheen alle tegels gefixeerd  met een mengsel van zand en cement, tegenwoordig is de situatie zo dat vrijwel alle tegels worden bevestigd met gespecialiseerde lijmmortels en de oude zand-cement-techniek nog zelden wordt gebruikt.
Waarom is dit zo geëvolueerd?
In onderstaande tekst gaan we op  zoek naar de onderliggende oorzaken voor deze verandering en de rol die Omnicol in deze geschiedenis van ‘bouwkleefstoffen’ heeft gehad. We zetten de beweegredenen eens op een rij.

DE OUDE SITUATIE
Het eerste octrooi voor de vervaardiging van Portlandcement werd in 1824 vastgelegd, hoewel het twijfelachtig is of het toen verkregen product identiek was met de hedendaagse Portlandcement. Echter, tot 1850 lijkt het erop dat er ongeveer vier kleine fabrieken waren die Portlandcement vervaardigden van een type vergelijkbaar met wat we vandaag de dag kennen.

De eerste drooggeperste tegels werden rond 1840 vervaardigd. Op welk moment deze tegels met Portlandcement werden geplaatst, is niet bekend. Er is geen verslag van hoe zand en Portlandcement werd gebruikt voor de plaatsing van keramische tegels, maar er is weinig twijfel dat de praktijk goed is vastgelegd tot aan het einde van de 19e eeuw.

Tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kan het vaststellen van tegels in een zand-cement-mortel worden aangenomen, maar het is interessant dat reeds in 1895 twee patenten werden geregistreerd met betrekking tot de bevestiging van glazen afdekplaten of tegels met een bitumineuze of harsachtige samenstelling.

1e tegellijm machineDe eerste indicatie van een op handen zijnde revolutie in de installatieprocedures was duidelijk in 1936, toen Minton Hollins Limited de eerste Britse lijm voor het bevestigen van tegels op de markt bracht onder de naam Minto-mastiek. Maar dat deze lijm niet algemeen geaccepteerd werd, blijkt uit het feit dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog Minto-mastiek compleet lijkt te zijn vergeten.

SOORTEN LIJM
Ontwikkeling van lijmen in de onmiddellijke naoorlogse jaren werd gehinderd door moeilijkheden bij de levering van de benodigde grondstoffen. Het was dan ook pas in 1950 dat een soort tegellijm weer op de markt verscheen: Richafix, gemaakt door Evode Limited uit Stafford. Richafix was de eerste wand-tegellijm in Europa die breed werd geaccepteerd en gebruikt door tegelzetters. Tegelijkertijd kwamen tussen 1950 en 1958 vergelijkbare producten van andere producenten op de markt en ook Omnicol zag in die dagen het daglicht.

Omnicol werd opgericht door de Scholten-Honig Groep, heden ten dage nog bekend van het merk Honig dat nu enkel nog levensmiddelen maakt. Plantaardige bestanddelen (o.a. aardappelzetmeel) waren destijds oorzaak van het ontstaan van de lijm-divisie.

In eerste instantie waren vrijwel alle lijmen oplosmiddelhoudend. Pas na 1959 kwamen ook watergebaseerde lijmen in beeld. De combinatie van organische materialen zoals natuurlijke en synthetische rubber, polyvinylacetaat, en verscheidene andere harsen werden later bekend als pasteuze lijmen.

In 1959 maakten de eerste dunne-bed-cementlijmen hun intrede en werden op de markt gebracht onder de noemer tegellijmen. Chemisch zijn deze cementproducten gebaseerd op Portlandcement, gemodificeerd door toevoeging van verschillende vulstoffen en organische toevoegsels. De afgelopen jaren is de traditionele manier van zand-cement als bevestigingsmethode meer en meer verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor lijmmethoden. Deze lijmmethoden worden vandaag de dag bijna universeel gebruikt voor de bevestiging van wand- en ook vloertegels.

VOORDELEN VAN LIJMEN
Het bereiken van deze transformatie kent verschillende factoren. De meest doorslaggevende daarvan is het ontstaan van nieuwe materialen en de evolutie in de bouw. Zand-cement-mortels zijn niet geschikt voor het bevestigen van tegels op ondergronden als cellenbeton, anhydriet en ook de aanhechting op volledig verglaasde (porseleinen) tegels, die tegenwoordig steeds vaker worden gebruikt, is minimaal. Daarnaast is ook de snelheid van bouwen een steeds belangrijkere rol gaan spelen.

Het zijn dus bovenal de intrinsieke voordelen van lijmen die het stilaan verdwijnen van de ouderwetse methoden bespoedigden. Onderstaand enkele voordelen van bevestigen met lijm in plaats van zand-cement-mortels:

1) Tegels kunnen worden bevestigd op vrijwel elk type ondergrond, in tegenstelling tot zand- cement-mortel dat slechts op beperkte ondergronden kan worden toegepast.

2) Met de hedendaagse geavanceerde hechtmiddelen (toevoegingen aan lijmmortels) wordt een veel betere binding verkregen waardoor hechting aan porcellanato tegels vele malen beter is.

3) Vermindering van stress opgelegd op tegels. Dit is een bijzonder waardevolle eigenschap. De enigszins flexibel blijvende lijmlaag kan namelijk het één en ander opvangen. Denk hierbij ook aan veelvuldig toegepaste vloerverwarming.

4) Het werkt sneller, is voorgemengd en dus eenvoudiger en leidt tot een hogere productiviteit.

5) Het structurele gewicht van de installatie (het gehele opbouw) vermindert.

© Omnicol, december 2015

december 23rd, 2015 door