Traditioneel werd tegelwerk ingevoegd met een ter plekke gemengd mengsel van zand en cement. Door de veranderde samenstellingen van zowel tegels, ondergronden en voegbreedtes is dat vandaag de dag bijna niet meer te doen. Fabrieksmatig gemengde voegmortels in verschillende variëteiten zijn tegenwoordig de standaard. Maar waar moet ik op letten om tot een juiste keuze te komen?
Zuiging vanuit de ondergrond
Misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar zuiging vanuit de ondergrond is wel degelijk van invloed op het uiteindelijke resultaat. Denk aan ongelijke voegdiepte (bijvoorbeeld door aanwezige lijmresten in de voeg), verschillende ondergronden en overgangen (stucwerk, plaatmateriaal, enz.) en wel of geen geglazuurde tegelranden. Al deze factoren beïnvloeden de droging en kunnen dus ook de uiteindelijke kleur van de voeg bepalen.
Wand of vloer
Het oppervlak is mede bepalend voor de keuze. Je kunt je wel voorstellen dat een vloer anders belast wordt dan een wand. Terugkomend op bovenstaande is het vaak wenselijk om eenzelfde voegkleur te gebruiken voor wand en vloer. Alles kan natuurlijk, maar bedenk wel dat de vloer door beloping eerder vervuilt. Daarnaast kunnen ondergrond (materiaal) en voegbreedte voor de vloer anders zijn dan voor de wand en zijn vaak ook de tegels niet hetzelfde. Allemaal ‘verzwarende omstandigheden’ die best vooraf mee in de overweging worden genomen. Ook het tussen verschil binnen of buiten weegt zwaar door bij een goede productkeuze.
Extreem dunne voegen
Steeds meer tegels zijn gekalibreerd en bijzonder maatvast. Dan is niets mooier dan deze te verwerken met een zo dun mogelijke voeg. De zeer geringe voeg stelt hogere eisen aan het ‘vulmateriaal’. Cementgebonden voegmortels hebben immers vocht nodig om uit te kunnen harden. Wanneer een voeg zo dun wordt aangebracht, kan het noodzakelijke vocht ontbreken waardoor deze niet kan uitharden. Vaak is het toepassen van speciaal voegmateriaal dan aangewezen. Andersom zal een te nat aangemaakt voeg (vloer) na droging vaak meer kans geven op (krimp)scheuren door een teveel aan water.
Samenstelling verschillende voegmortels
Er zijn zeer veel varianten in de samenstelling van verschillende voegmortels die zijn afgestemd op de voegbreedte en op het uiteindelijke gebruik. Zo zijn er mortels op basis van cement, vulmiddel, harsen en epoxyharsen. Dit geeft de mortels hun specifieke eigenschappen, van grof tot fijn, van flexibel tot extreem slijtvast. De juiste keuze maakt men door alle factoren mee te laten wegen waarbij materiaal en gebruik het meest doorslaggevend zullen zijn.
De verwerking zelf
Bepaalde omstandigheden zijn bepalend voor het eindresultaat. Wij vestigen graag de aandacht op onderstaande aandachtspunten die specifiek slaan op de verwerking:
• In de mortel aanwezige harsen vertragen de afbinding van cement en zorgen voor een verhoogde waterretentie (watervasthoudend vermogen).
• Geglazuurde of vol keramische tegelranden zorgen voor een tragere droging waardoor men langer moet wachten met de opvolgende handelingen.
• De achterblijvende cementsluier op tegels is vaak moeilijker te verwijderen bij harshoudende mortels en ruwere tegels, omdat het materiaal goed hecht.
• Een langzame aantrekking en het opdrogen op de tegel dwingen de voeger vaak om te vroeg te gaan reinigen met een vochtige spons waardoor een verdiepte voeg kan onstaan met een grote kans op gaatjes (gesprongen luchtbelletjes in de plastische massa).
• Als de voegmortel is aangetrokken wordt het oppervlak met een vochtige spons afgeveegd. Let er hierbij op dat het spoelwater regelmatig wordt ververst en dat spons schoon is. Als laatste beweging moet met de vochtige spons door de voeg geveegd worden om alle geëmulgeerde resten mee af te nemen.
Bovenstaande zorgt voor een egaal opkleurende en kwalitatief goede voegvulling.
Spanning opvangen
Een voeg kan door de samenstelling enigszins flexibel zijn. In basis is een betegeld oppervlak een stijve constructie en denkt men in eerste instantie niet aan flexibiliteit of doorbuiging. Maar wat bij tegels op een houten ondergrond? En wat bij twee verschillende ondergronden waarop is getegeld? Of bij vloer/wand aansluitingen? Vandaar dat er ook uitzettingsvoegen worden aangebracht. Deze worden opgevuld met een blijvend elastisch materiaal wat vaak neer komt op kit. Bespreek samen met een vakman waar deze dilataties worden geplaatst en hoe deze eruit komen te zien.
Zoals je leest is voegen een misschien wel onderbelichte materie. Toch is het visueel bepalend voor tegelwerk en verdient het zeker de volle aandacht. Ga niet over een nacht ijs en maak bewuste keuzes, samen met de vakman en onze adviseurs: daar zijn ze voor!
© OMNICOL
Wat ook vaak onderbelicht is, is zonlicht en tocht over de vloer, en zet ook de cv uit, ivm onderliggende verwarmingsleidingen. Tegenwoordig kost voegwerk nu eenmaal meer tijd dan vroeger, maar het eindresultaat telt.
Beste Andre,
Bedankt voor het lezen van ons blog en voor jouw reactie!
Mvg,
Omnicol-Team