Gietvloeren – een mooi alternatief

Het gieten van dekvloeren heeft in eerste instantie vooral qua arbeidsomstandigheden belangrijke voordelen boven het traditioneel aanbrengen van zogenaamde smeervloeren.
Kennen we van vroeger misschien nog de anhydrietvloer, tegenwoordig zijn er diverse alternatieven ontstaan. Vaak wanneer er wordt gesproken van een ‘gietvloer’ wordt er eigenlijk een verfsysteem bedoelt; een epoxy-verf-systeem dat als uiteindelijke vloerafwerking dient.

Wij spreken in dit artikel niet over de afwerking, maar over de ondervloer. Die dus, waar nog een eind-afwerking op moet gedaan worden. En dat kan van alles zijn natuurlijk; tegels, tapijt, verf, hout, linoleum, noem maar op.

Eerst even wat begrippen nader verklaart, dan hebben we minder kans op verwarring en is het helder waar we het over hebben.

Dekvloer:
Een dekvloer is een niet-constructieve afwerklaag die is aangebracht op een draagvloer en die tot doel heeft:

• de vloer bepaalde eigenschappen te geven (vlakheid, oppervlaktehardheid);
• het dragen van een bepaalde afwerking of het realiseren van een oppervlak dat wordt blootgesteld aan licht industrieel gebruik;
• het verdelen van de belasting op de eventueel aanwezige isolatie;
• het realiseren van een bepaalde hoogte (uitvullaag);
• het eventueel herbergen van leidingen (cv- en waterleidingen).

Gietdekvloer:
Een gietdekvloer is een dekvloer die is uitgevoerd (gegoten) met een zeer vloeibare mortel.

Egalisatielaag:
Een dunne, meestal 3 tot 4 mm en maximaal 20 mm dikke, niet-constructieve bouwlaag die hechtend op de ondergrond is aangebracht met als doel:

• de ruwheid van het oppervlak te verminderen;
• de plaatselijke vlakheid te verbeteren;
• de oppervlaktekwaliteit te verbeteren;
• te vermijden dat de dekvloer gaat verzanden (loskomen grovere delen).

Gietvloer:
Gietvloer is een verzamelnaam voor alle dekvloeren, egalisatielagen en industriële eindafwerkingen die uitgevoerd zijn (al dan niet gegoten) met zeer vloeibare materialen.

De titel ‘Gietvloer’ is dus wel herkenbaar maar is hier foutief gekozen. Gietdekvloer is op zijn plaats en daar willen we het over hebben!

Gietdekvloeren worden gegoten met een zeer vloeibare, zelfverdichtende mortel.
Er bestaat een overgangsgebied tussen de egalisaties en de gietdekvloeren, maar het belangrijkste verschil tussen een egalisatie en een dekvloer is de dikte: een egalisatie heeft een egaliserende functie en is derhalve altijd zo dun mogelijk, terwijl een dekvloer
een bouwkundige functie heeft en gekenmerkt wordt door dikkere lagen.

De vloeibaarheid en het zelfverdichtend karakter van de gietmortel maken het mogelijk om met deze mortels een goede sterkte te bereiken, zonder intensieve handmatige verdichting. Door deze manier van verwerken en verdichten heeft de vloer op elke plaats dezelfde sterkte (continue kwaliteit over het hele vloerveld). En de uiteindelijke vlakheid maakt het gebruik van egalisatiemortels overbodig.

(productie) Snelheid
De verwerkbaarheid en verpompbaarheid van gietmortels in combinatie met een speciaal daarvoor ontwikkelde pomp-truck leiden tot een veel hogere productie (in m2 vloeroppervlak/dag) dan bij het handmatig aanbrengen van een cementdekvloer. Dit is zeer relevant voor de bouwsnelheid.

De mortel wordt als poeder in bigbags meegenomen in de truck en pas op de bouwplaats met water gemengd. De truck heeft een 3-ledige functie: hij is transporteur, menger en pomp in een. Dat scheelt ruimte, tijd en afstemming en dat zijn niet te onderschatten voordelen. En afval…. want bij vertrek neemt de truck gelijk alle verpakkingsmaterialen en niet verwerkte mortel weer mee!

Daarnaast zijn ‘onze’ gietvloermotels ook nog eens snelverhardend. Dit spaart dus gigantisch in wachttijden voor een volgende bewerking. ’s-Morgens de vloer erin gieten, binnen 2 uur beloopbaar en dan de volgende ochtend gelijk starten met bijvoorbeeld het tegelwerk is zonder meer mogelijk. Een goede rekenaar ziet zo dat deze voordelen zwaar door kunnen wegen.

Zelfnivellerend
Door het zelfnivellerende karakter van cementgebonden gietmortels wordt een hoge vlakheid bereikt zonder intensieve nabewerking. Door gebruik van onze hoog vloeibare mortels kunnen extreem goede vlakheden worden bereikt.

Vochtongevoelig
Na uitharden zijn cementgebonden gietvloeren niet gevoelig voor vocht, dus gebruik in natte ruimten en vochtige omstandigheden behoort zeker tot de mogelijkheden.

Warmtegeleidend
Het zelfverdichtende karakter van de gietmortel levert na uitharding een compacte structuur op die daardoor voor een goede omsluiting van buizen zorgt wat weer een hoger rendement zal opleveren als er bijvoorbeeld vloerverwarming is toegepast.

Hoe dun kan een dekvloer zijn?
In de praktijk wordt tijdens de ontwerpfase van gebouwen voor de dekvloer vaak een dikte aangehouden van 50 mm, ook wanneer nog niet bekend is of er leidingen in de dekvloer komen en hoe dik die zijn. De keuze voor deze 50 mm is veelal ingegeven door ervaringen
uit het verleden met de handmatig aangebrachte dekvloeren. Zo komt het nog regelmatig voor dat hechtende dekvloeren zonder leidingen in een laagdikte van 50 mm worden voorgeschreven en aangebracht, terwijl dezelfde functionaliteit ook verkregen kan worden met een cementgebonden gietvloer van 10 tot 20 mm laagdikte.

De voordelen van een dunnere dekvloer zijn:

• er is minder bouwvocht in het gebouw;
• een snellere droging en verharding (de vloer kan eerder worden afgewerkt met dampdichte vloerbekleding);
• er is meer vrije hoogte beschikbaar.

Zoals eerder gezegd, ga er eens voor zitten en reken dan alles eens goed door. Dan zult u zien dat de voordelen echt wel opwegen tegen de mogelijk iets hogere kosten. En wat niet te onderschatten is; de fysieke belasting voor de ‘vloerenman’ is vele malen minder. Dat is een voordeel dat zich op termijn altijd terugbetaald!

Samen met onze flooring oplossingen levert u uw project op met de zekerheid van echte kwaliteit, gegarandeerd.

© OMNICOL – augustus 2020